Economie samenvatting
Markt: vraag en aanbod
1.1 De vraag in de markt
Begrippen
Concrete markt:
Winkels waar direct contact (op locatie) met klanten mogelijk is.
Denk aan een rommelmarkt, of een groente- en fruitmarkt.
Abstracte markt:
Een markt zonder concrete ontmoetingsmogelijkheden. Wel is er sprake van
vraag en aanbod, alleen niet op een specifieke locatie.
Denk aan de huizenmarkt of de arbeidsmarkt.
Betalingsbereidheid: Maximale bedrag dat een koper wil betalen voor een product. Dit bedrag is
ook het gebruikte bedrag voor de vraaglijn op een markt.
Afzet:
Het aantal verkochte producten.
Omzet:
Het aantal verkochte producten vermenigvuldigd met de aanschafprijs.
Individuele vraaglijn: De betalingsbereidheid van een individuele koper weergegeven met een
vraagfunctie in een grafiek waar de hoeveelheid tegenover de prijs staat.
Collectieve vraaglijn: De som van de betalingsbereidheid van alle mogelijke kopers weergegeven
met een vraagfunctie in een grafiek waar de hoeveelheid tegenover de prijs
staat.
Rekenen
Functie van een mogelijke vraaglijn: ๐ธ๐ = ๐๐ + ๐ met ๐ โค 0 en ๐ = ๐๐๐๐๐ ๐๐๐ ๐๐๐๐๐ข๐๐ก. De afzet is
in dit geval gelijk aan ๐ธ๐ . De omzet is dan gelijk aan ๐ธ๐ โ ๐ = ๐๐๐ + ๐๐ = ๐(๐๐ + ๐) .
Voorbeeld:
Gegeven is de vraagfunctie: ๐๐ฃ = โ2๐ + 10 met ๐ in euroโs en ๐๐ฃ in 100 stuks. Bereken de omzet
van een bedrijf als de prijs 4 euro bedraagt.
Antwoord: ๐ = 4, ๐ = โ2 en ๐ = 10 invullen in de omzetfunctie geeft: ๐๐๐ง๐๐ก = 4(โ2 โ 4 + 10) =
8 . ๐๐ฃ was gegeven in 100 stuks, dus vermenigvuldigen met 100 geeft een totale omzet van 8 โ 100 =
800 euro voor het bedrijf.
1.2 De vraag verandert
Begrippen
Substitutiegoederen: Producten die andere producten kunnen vervangen.
Denk aan een tablet die een minilaptop vervangt.
Complementaire
Producten die elkaar aanvullen.
goederen:
Denk aan een abonnement dat een aanvulling is op een iPhone.
Vraagfactoren:
Factoren die de collectieve vraag bepalen en beรฏnvloeden.
1. Het inkomen van consumenten
2. De prijs van andere goederen (substitutie en complementair)
3. De voorkeuren van consumenten
4. Het aantal consumenten
Verschuiving op
Er is een verschuiving op de vraagcurve als alleen de prijs verandert.
de vraagcurve:
De vraagfactoren blijven gelijk (ceteris paribus)
Verschuiving van
Er is een verschuiving van de vraagcurve als รฉรฉn van de vier vraagfactoren
de vraagcurve:
verandert.
1.3 De invloed van prijs
Begrippen
Prijselasticiteit van
De verandering van de vraag op het moment dat er sprake is van
de gevraagde
prijsverandering. Dit is een verhouding tussen de twee veranderingen.
hoeveelheid:
Inelastische vraag:
Prijselasticiteit is kleiner dan 1.
Elastische vraag:
Prijselasticiteit is groter dan 1.
Prijselasticiteits-
Factoren die de prijselasticiteit bepalen en beรฏnvloeden.
afhankelijke factoren:
1. Het bestaan van substituten (overstappen naar een ander goed)
2. Het soort goed (noodzakelijk of niet)
3. De termijn die je in beschouwing neemt (op lange termijn is het
makkelijker om een alternatief te bedenken dan op korte termijn)
Kruislingse prijs-
De verandering van de vraag naar goed A bij een prijsverandering van goed B.
elasticiteit van de
vraag:
Rekenen
๐ฃ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐ฃ๐๐๐๐ (%)
Formule voor prijselasticiteit van de vraag: ๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ก๐๐๐๐ก๐๐๐ก ๐ฃ๐๐ ๐๐ ๐ฃ๐๐๐๐ =
๐ฃ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐ (%)
Formule voor kruislingse prijselasticiteit van de vraag:
๐ฃ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐ฃ๐๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ด (%)
๐๐๐ข๐๐ ๐๐๐๐๐ ๐ ๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ก๐๐๐๐ก๐๐๐ก ๐ฃ๐๐ ๐๐ ๐ฃ๐๐๐๐ =
๐ฃ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ต (%)
Voorbeeld:
Een ondernemer van een ijszaak laat de prijs van รฉรฉn ijsbol stijgen met โฌ 0,20, naar โฌ 1,60. De vraag
naar ijs zakt met 20%. De vraag naar Belgische wafels van de wafelkraam ernaast neemt met 10%
toe. Wat is de prijselasticiteit van het ijs en is er sprake van elastische vraag naar Belgische wafels?
1,60โ(1,60โ0,20)
Antwoord: ๐
๐๐๐๐ก๐๐๐ฃ๐ ๐ฃ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐ฃ๐๐ ๐๐ ๐๐๐๐๐ =
โ 100% โ 14,3% .
(1,60โ0,20)
โ20%
๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ก๐๐๐๐ก๐๐๐ก ๐ฃ๐๐ โ๐๐ก ๐๐๐ =
โ โ1,4
14,3%
10%
๐พ๐๐ข๐๐ ๐๐๐๐๐ ๐ ๐๐๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ก๐๐๐๐ก๐๐๐ก ๐ฃ๐๐ ๐๐ ๐ค๐๐๐๐๐ =
โ 100% โ 0,7
14,3%
De prijselasticiteit van de wafels is kleiner dan 1, dus er is sprake van een inelastische kruislingse
vraag.
1.4 De invloed van inkomen
Begrippen
Inkomenselasticiteit
De verandering van de vraag na een verandering van het inkomen.
van de vraag:
Inferieure goederen: Bij deze goederen is er sprake van een negatieve inkomenselasticiteit. De
vraag neemt af als het inkomen stijgt.
Denk aan aardappelen en AH-basic-merken
Drempelinkomen:
Het inkomen wat minimaal nodig is om bepaalde uitgaven te kunnen
realiseren.
Engelcurve van het verband tussen inkomen en
uitgaven van verschillende goederen.
2.1 Het aanbod in de markt
Begrippen
Verkoopbereidheid:
De mate van bereidheid van een producent om zijn producten aan te bieden.
Constante kosten:
Kosten van een producent, onafhankelijk van het productieaantal.
Variabele kosten:
Kosten van een producent, afhankelijk van het productieaantal.
Totale kosten:
De som van de constante kosten en variabele kosten bij een bepaalde
geproduceerde hoeveelheid.
Marginale kosten:
De extra kosten die een bedrijf maakt bij een productieverhoging van รฉรฉn
product.
Proportioneel
Elk extra geproduceerd product leidt tot eenzelfde toename van de kosten.
variabele kosten:
De marginale kosten zijn constant.
Rekenen
Totale kosten: ๐ป๐ฒ = ๐ป๐ฝ๐ฒ + ๐ป๐ช๐ฒ met ๐๐พ = ๐ก๐๐ก๐๐๐ ๐๐๐ ๐ก๐๐, ๐๐๐พ = ๐ก๐๐ก๐๐๐ ๐ฃ๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐ ๐ก๐๐ en
๐๐ถ๐พ = ๐ก๐๐ก๐๐๐ ๐๐๐๐ ๐ก๐๐๐ก๐ ๐๐๐ ๐ก๐๐.
๐ฒ
Gemiddelde kosten: ๐ฎ๐ฒ = met ๐บ๐พ = ๐๐๐๐๐๐๐๐๐๐ ๐๐๐ ๐ก๐๐, ๐พ = ๐๐๐ ๐ก๐๐ en ๐ = # ๐๐๐๐๐ข๐๐ก๐๐
๐
Marginale kosten: Noem ๐ป๐ฒ de functie voor de totale kosten en ๐ด๐ฒ de functie voor de marginale
kosten, dan is ๐ด๐ฒ = โ๐ป๐ฒ = ๐ป๐ฒโฒ
Voorbeeld:
Gegeven van een bedrijf in koptelefoons zijn de functies: ๐๐๐พ = 6๐2 โ 30๐ en ๐๐ถ๐พ = 1500. Hierin
is ๐ per 1000 stuks. Bereken hoeveel producten het bedrijf moet produceren voordat de kosten voor
een extra product voor het eerst positief zijn.
Antwoord: Allereerst stel je de ๐๐พ-functie op: ๐๐พ = ๐๐๐พ + ๐๐ถ๐พ = 6๐2 โ 30๐ + 1500 .
Differentiรซren geeft: ๐๐พ = ๐๐พโฒ = 12๐ โ 30 . Gevraagd is om de volgende ongelijkheid op te lossen
voor de laagste waarde van ๐: ๐๐พ > 0 . Dit geeft: ๐ =
= 2 . Als het bedrijf 2500 producten
produceert worden de kosten per extra eenheid product voor het eerst positief.
2.2 De kosten zijn niet altijd gelijk
Begrippen
Degressief variabele kosten: De kosten per eenheid product zullen dalen naarmate de
productieomvang toeneemt.
Dit kan een gevolg zijn van bulkprocessen (automatisering).
Progressief variabele kosten: De kosten per eenheid product zullen stijgen naarmate de
productieomvang toeneemt.
Dit kan gebeuren als een bedrijf tegen zijn maximale
productiecapaciteit aanzit.
Wet van toe- en afnemende
Het verschijnsel dat toevoeging van productiefactoren eerst tot een
meeropbrengsten:
meer dan evenredige stijging van de productiecapaciteit zal leiden,
en later tot een minder dan evenredige stijging.
Rekenen
De marginale kostenfunctie bij de wet van toe- en afnemende meeropbrengsten is een parabool
(tweedegraads functie), dus dat betekent dat de totale kostenfunctie een derdegraadsfunctie moet
zijn. Die heeft de algemene vorm: ๐ป๐ฒ = ๐๐๐ + ๐๐๐ + ๐๐ + ๐
met ๐
= ๐ป๐ช๐ฒ . De algemene
marginale kostenfunctie ziet er dan als volgt uit: ๐ด๐ฒ = ๐๐๐๐ + ๐๐๐ + ๐ . Wat opvalt, is dat de
constante kosten niet uitmaken voor de kosten per extra eenheid product, wat natuurlijk logisch is.
Voorbeeld:
Een producent heeft de volgende totale kostenfunctie: ๐๐พ = ๐3 โ 33๐2 + 142๐ + 657 . De
maximale productiecapaciteit is bij ๐ = 8. Bereken voor welke waarde(n) van ๐ het toevoegen van
productiefactoren voor een minder dan evenredige stijging leidt. (extra moeilijke vraag!)
Antwoord: Bij de gegeven ๐๐พ hoort ๐๐พ = ๐๐พโฒ = 3๐2 โ 66๐ + 142 . Als de stijging minder dan
evenredig is, is ๐๐พ < 0 . Dus 3๐2 โ 66๐ + 142 < 0 . Oplossen geeft: 2 < ๐ < 20 . De maximale ๐ is
echter 8, dus ๐ kan de volgende waarden aannemen voor een minder dan evenredige stijging:
๐ = 3, ๐ = 4, ๐ = 5, ๐ = 6, ๐ = 7, ๐ = 8 .
Document Outline
Markt: vraag en aanbod
1.1 De vraag in de markt
Begrippen
Rekenen
1.2 De vraag verandert
Begrippen
1.3 De invloed van prijs
Begrippen
Rekenen
1.4 De invloed van inkomen
Begrippen
2.1 Het aanbod in de markt
Begrippen
Rekenen
2.2 De kosten zijn niet altijd gelijk
Begrippen
Rekenen
2.3 Wat levert het aanbod op?
Begrippen
Rekenen
2.4 De aanbodlijn
Begrippen
Rekenen
2.5 De markt in evenwicht
Begrippen
Rekenen
Marktvormen en marktfalen
1.1 Een perfecte markt
Begrippen
1.2 De enige aanbieder
Begrippen
1.3 Je onderscheiden van de concurrent
Begrippen
1.4 Veel verschillende concurrenten
Begrippen
2.1 De overheid grijpt in
Begrippen
2.2 De overheid stuurt
Begrippen
Rekenen
2.3 Arbeidsmarkt
Begrippen
Rekenen
Ruilen over de tijd
1.1 Geld hoort bij het leven
Begrippen
1.2 Sparen of lenen?
Begrippen
Rekenen
1.3 De invloed van inflatie
Begrippen
Rekenen
2.1 Inkomsten en uitgaven van de overheid
Begrippen
Rekenen
2.2 Sociale zekerheid
Begrippen
Rekenen
2.3 Samenwerken aan een toekomst
Begrippen
Rekenen
Samenwerken en onderhandelen
1.1 Speltheorie
Begrippen
1.2 Strategie in een prijzenoorlog
Begrippen
1.3 Onderhandelen en samenwerken
Begrippen
1.4 De overheid en niet-optimale uitkomsten
Begrippen
Inzicht
2.1 Samenwerken op de arbeidsmarkt
Begrippen
Rekenen
2.2 Samenwerken binnen de EU
Begrippen
2.3 Samenwerken op wereldschaal
Begrippen
2.4 Samen werken aan een toekomst
Begrippen
Risico en informatie
1.1 Risico nemen of vermijden?
Begrippen
Rekenen
1.2 Verzekeren is niet eenvoudig
Begrippen
1.3 Financiรซle risicoโs beperken
Begrippen
2.1 Risico en beleggen
Begrippen
Rekenen
2.2 Risico en ondernemingsvorm
Begrippen
2.3 Eigen of vreemd vermogen
Begrippen
Welvaart en groei
1.1 Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Begrippen
Rekenen
1.2 Hoe groot is de welvaart?
Begrippen
1.3 De economische kringloop
Begrippen
1.4 Het buitenland zorgt ook voor inkomen
Begrippen
2.1 Belasting betalen
Begrippen
Rekenen
2.2 Verschillen in inkomens
Begrippen
Rekenen
2.3 Inkomensverschillen in een land
Begrippen
Rekenen
2.4 Verschillen in economische groei
Begrippen
Goede tijden, slechte tijden
1.1 De conjunctuur
Begrippen
1.2 Vraag en aanbod in het groot
Begrippen
1.3 Inflatie
Begrippen
Rekenen
1.4 Conjunctuurbeleid van de overheid
Begrippen
2.1 De centrale bank en inflatiebestrijding
Begrippen
2.2 De centrale bank houdt toezicht
Begrippen
2.3 De Europese Monetaire Unie
Begrippen