Koude oorlog 1945-1991 saemenvatting
Tijdelijk bondgenootschap tussen Oost en West valt na Tweede
Wereldoorlog uiteen.
Verschillen tussen het systeem van de SU en het systeem van de westerse
staten
Tijdens de koude oorlog stonden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten en hun
bondgenoten tegenover elkaar. Vanaf het aan de macht komen van de communisten in
Rusland tot aan de Tweede Wereldoorlog hadden het Westen en de Sovjet-Unie veel
redenen om elkaar te wantrouwen:
Tijdens de Eerste Wereldoorlog streed Rusland met het Westen. Toen Rusland
communistisch werd sloot het een aparte vrede met Duitsland. De bondgenoten van
Duitsland beschouwden dit als verraad, zij stuurden troepen naar Rusland om het
communisme ten val te brengen samen met Russische troepen. De communisten
wonnen deze oorlog in 1922.
Door de oprichting van de Komitern (Communistische Internationale), waarbij het
doel was de hele wereld communistisch te maken, voelde het Westen zich bedreigd.
Als enig communistisch land ter wereld voelde de SU zich bedreigd door het Westen;
zij noemde dit de ‘kapitalistische omsingeling’.
Stalin trok de conclusie dat de SU niet op hulp van het Westen hoefde te rekenen bi
een Duitse aanval.
Hitler en Stalin sloten een niet-aanvalsverdrag.
Polen, de bondgenoot van Frankrijk en Engeland, werd door Duitsland en de SU
aangevallen.
Verschillen tussen het systeem van de SU en het systeem van de westerse staten
Het totalitaire systeem van de
Het systeem van de westerse
SU:
staten:
Sociale verhoudingen
klasseloze maatschappij
gelaagde samenleving, vooral
gebaseerd op inkomen en bezit
Houding t.o.v. andere
nastreven van een
respecteren van andere
landen
communistische wereldrevolutie
regeringsvormen mits deze de
eigen regeringsvorm niet bedreigen
Politieke stelsel
communistische partijdictatuur
Parlementaire meer-partijen-
democratie
Staat versus individu
totalitaire staat
democratie / individuele vrijheid
Economie
economische staatscontrole met
kapitalisme / markteconomie
behulp van vijfjarenplannen
Duitsland, Japan en Italië werden samen de Asmogendheden genoemd. Het Geallieerde
bondgenootschap berustte op een gemeenschappelijke vijand: Het Derde Rijk van Hitler.
Wantrouwen tussen Oost en West
Het wantrouwen werd versterkt tijden de Tweede Wereldoorlog door het Tweede Front:
In 1941-1944 vocht driekwart van het Duitse leger aan het Oostfront. Stalin wilde een
‘tweede front’ (invasie in Frankrijk). Dat gebeurde echter pas in (juni) 1944. Volgens
Stalin stelde het Westen met opzet de invasie in Frankrijk uit om eigen kracht te
sparen en die van de SU te verzwakken.
VS en SU raken direct betrokken bij WO II
Zowel de VS als de DU raakte betrokken bij de Tweede Wereldoorlog:
De SU raakte betrokken doordat Hitler het niet-aanvalsverdrag met Stalin schond. Hij
lanceerde een aanval op de SU op 22 juni 1941.
De VS raakte betrokken doordat Japan een aanval uitvoerde op de militaire basis van
de VS, Pearl Harbor. Duitsland en Italië verklaarde de oorlog aan de VS.
Potsdam
In februari 1945 hielden de Grote Drie (leiders van de VS, Engeland en de SU: Roosevelt,
Churchill en Stalin) een conferentie over de voortzetting van de oorlog. Op 8 mei 1945
capituleerde het Duitse rijk, hiermee kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Eind
juli kwamen de Grote Drie, als overwinnaars, opnieuw bijeen. Roosevelt was overleden en
werd vervangen door Truman, Churchill was opgevolgd door Attlee. Truman, Atllee en Stalin
kwamen bijeen bij de conferentie van Potsdam.
De SU en de Westerse Geallieerden beoogden verschillende doelen met Duitsland:
De SU wilde Duitsland militair zwak houden, hoge herstelbetalingen opleggen en
alleen een regering toestaan die niet tegen de SU was;
De westerse Geallieerden wilden dat Duitsland in eigen behoeften zou kunnen
voorzien, een democratische regering zou krijgen en geen hoge herstelbetalingen
hoefde te doen.
De besluiten die in Potsdam werden genomen over Duitsland waren:
Duitsland werd in vier bezettingszones verdeeld.
Duitsland moest in het oosten gebied aan Polen afstaan.
Oostenrijk werd weer gescheiden van Duitsland.
Het politieke leven zou op democratische grondslag worden gereorganiseerd.
Het nazisme zou worden uitgeroeid (denazificatie) en de oorlogsmisdadigers zouden
worden berecht.
Duitsland zou volledig worden ontwapend en de oorlogsindustrie zou worden
ontmanteld.
Duitsland zou vooral de SU vergoeding moeten geven voor de in de oorlog
aangerichte schade (‘herstelbetalingen’).
Duitsland zou gedurende de tijd van de bezetting als een economische eenheid
worden beschouwd.
Belangrijke verschillen tussen de SU aan de ene kant en de Westerse Geallieerden aan de
andere kant ten aanzien van de economische aanpak van de Duitse bezettingszones:
De SU schafte in haar zone het particulier bezit van grond, fabrieken, banken en
verzekeringsmaatschappijen af en haalde zoveel mogelijk schadevergoeding uit haar
zone.
De westerse Geallieerden handhaafden het particulier bezit en bevorderden het
economisch herstel in hun zones.
De onderhandelingen over Duitsland mislukten definitief. In 1947 voegden de VS en
Engeland hun zones samen tot een economische eenheid. Uit protest daartegen verliet de
SU het overlegorgaan dat de toekomst van Duitsland moest regelen.
Verdeling van Europa in invloedssferen
Europa werd verdeeld in invloedsferen, dit is een gebied die tijdens de Tweede Wereldoorlog
is bevrijd door één van de drie Geallieerden en waar de bevrijder de grootste invloed behield.
Bij het onderling verdelen van Europa gingen de Geallieerden uit van het principe dat wie
een bepaald gebied op de Duitsers had veroverd, in dat gebied de grootste invloed kreeg. Dit
leidde ertoe dat:
Door de veroveringen van de SU vooral gebieden in Oost-Europa in de invloedssfeer
van de SU terecht kwamen.
Door de veroveringen van de VS en haar andere westelijke Geallieerden vooral
gebieden in West-Europa tot de westerse invloedssfeer gingen behoren
De scheidslijn in Europa tussen de westerse invloedssferen en die van de SU en haar
bondgenoten werd het IJzeren Gordijn genoemd.
De redenen van de Geallieerden om Europa na WO II in invloedssferen te verdelen waren:
De SU wilde, na herhaalde malen (Napoleon en Duitsland in WO I en WO II) vanuit
het Westen te zijn aangevallen, veiligheid door middel van een buffer in Midden-
Europa tegen westerse agressie: door met geweld communistische partijen in een
aantal Midden-Europese staten aan de macht te helpen.
De VS wilden voorkomen dat het pas van fascistische dictaturen bevrijde Europa in
handen zou vallen van de communistische dictatuur van de SU. Zij zagen het
communisme als een bedreiging van de westerse parlementaire democratie.
Het vijandbeeld van de VS
Beide supermachten probeerden een vijandbeeld van de ander te ontwikkelen:
Om hun optreden te verklaren en te verdedigen.
Omdat zij geloofden in dit vijandbeeld en dit meenden te kunnen bewijzen.
De VS zagen de SU als een land dat de communistische wereldrevolutie nastreefde. Waarin
de communisten een einde wilden maken aan het kapitalisme en de vrijheid in de VS en de
rest van de westerse wereld en waarvoor zij communistische activiteiten in andere lande
steunden. De VS zagen de overheersing door de SU van Oost-Europa als een eerste stap in
de richting van die communistische wereldrevolutie.
Het vijandbeeld van de SU
De SU zag de VS als een agressieve mogendheid die erop uit was het communisme in alle
communistische landen te vernietigen en afzetmarkten en grondstoffen te verwerven door
het uitbreiden van politieke macht en economische invloed in grote delen van de wereld.