Gebruik de 47 oefenvragen om jezelf voor te bereiden en te testen of je de leerstof kent.
Koop de oefenvragen en wees voorbereid voor je volgende toets.
In winkelwagenKinderen leren de tweede taal niet allemaal even snel. Diverse factoren zijn van
invloed. Sommige gemeenten in Nederland willen allochtone kinderen spreiden over
de scholen in de gemeente, zodat op elke school de verhouding Nederlandstalige en
anderstalige kinderen gelijk is.
Deze spreiding heeft gevolgen op het gebied van de factor ___________
De taalleerder stelt hypotheses op over regels uit de taal die hij aangeboden krijgt.
Bijvoorbeeld: ‘Als ik wil aangeven dat iets meervoud is, dan moet ik blijkbaar –s
achter dat woord plakken, want iedereen om me heen zegt tafels, lepels. Dus doe ik
dat ook bij ei (→ eis) en stoel (→ stoels).’ Dit verschijnsel heet _____________
De grootste verschillen in taalvaardigheid tussen T1 en T2-verwervers worden
gevonden in de woordenschat. Allochtone kinderen stappen meestal de basisschool
binnen met een achterstand ten opzichte van Nederlandstalige kinderen. En wat
gebeurt er in de loop van het basisonderwijs met de gemiddelde tweede taalleerder?
Ferhat uit Turkije zegt; “Juf, gisteren ik ziek.” Dat Ferhat deze taalfout maakt, komt
doordat in het Turks het koppelwerkwoord ‘zijn’ niet bestaat. Daardoor begrijpt hij de
functie van dit werkwoord in de T2 niet en gebruikt het dus ook niet. Dit verschijnsel
noemen we in de T2- didactiek __________
De ouders van de bijna vijfjarige Neylan spreken thuis Turks. Op school spreekt
Neylan Nederlands. De juf laat een praatplaat zien van een kindje dat de dierentuin
bezoekt. Op de tekening zie je vogels, een beer, reptielen, een schildpad en een
krokodil. De juf wijst de beer aan en vraagt aan Neylan:
Leerkracht: Wat is dit?
Neylan: Beer.
Leerkracht: Ja, een beer. Waar is de beer?
Neylan: Die.
Leerkracht: Hoe heet dat, waar de beer is?
Neylan: Dierentuin?
Leerkracht: Goed zo. Daar zijn we vorige week met de klas naartoe geweest hè?
Naar de dierentuin.
Neylan: Ja, dierentuin.
Leerkracht: Wat heb je toen allemaal gezien?
Neylan: Gezien?
Leerkracht: Ja, welke dieren heb je gezien in de dierentuin?
Neylan: Leeuw.
Leerkracht: Een leeuw hè, en ook jonge dieren toch, welke?
Neylan: ?
Leerkracht: Welke dieren zie je nog meer op deze tekening? Wat is dit?
Neylan: Vogel.
Neylans receptieve taalvaardigheid is groter dan haar productieve
taalvaardigheid.
input text value
In een open kringgesprek komen vaak vragen voor zoals: ‘Wat heb je gisteravond op
de televisie gezien?’, of: ‘Wat heb je in de vakantie/ het weekend gedaan?’
Hoe geschikt zijn dit soort vragen voor beginnende tweede- taalleerders?
Niet geschikt, want voor hen is het lastig te spreken over dingen die niet visueel
en tastbaar in de context van het hier en nu aanwezig zijn
input text value
Wat wordt bedoeld met taalbeleid?
Er wordt bij alle lessen rekening gehouden met de belangrijke rol van taal, bij het leren en onderwijzen.
input text value
Welke vier soorten scholen kunnen in het kader van taalbeleid van elkaar worden onderscheiden? Geef bij elk een korte omschrijving.
1. Scholen met weinig NT2-leerlingen:
- Witte scholen
- Er moet gedifferentieerd worden in de groep
- Leerlingen moeten apart NT2-onderwijs krijgen van een deskundige leerkracht
2. Scholen met een kwart NT2-leerlingen:
- Een adequaat taalbeleid is van groot belang
- Er moet extra aandacht besteed worden aan de ontwikkeling van het Nederlands als tweede taal
- Alle leerkrachten moeten beschikken over deskundigheid op gebied van NT2.
3. Scholen met de helft NT2-leerlingen:
- Leerkrachten moeten maximaal differentiëren
- Deze situatie is het meest complex
4. Scholen met meer dan de helft NT2-leerlingen:
- Alle taalonderwijs is NT2-onderwijs
- Het gevaar van homogenisering ligt op de loer
input text value
Koop de oefenvragen en wees voorbereid voor je volgende toets.
In winkelwagenLeer je de oefenvragen liever vanaf papier? Download dan de 47 oefenvragen als PDF.
In winkelwagenVerdien geld met het maken van oefenvragen en leer direct voor je aankomende toets.
Oefenvragen makenDiverse oefenvragen voor het tentamen kennis tweedetaalverwerving. Deze vragen gaan je zeker helpen bij het behalen van dit tentamen!
47 oefenvragen
15x verkocht
Nederlands
08-01-2023
HBO / Hogeschool Inholland / Leraar Basisonderwijs / Kennis tweedetaalverwerving
Tijdens mijn studietijd heeft Knoowy altijd goed geholpen om extra steun te krijgen voor mijn opleiding. Nu help ik andere studenten.
Knoowy is een geweldig platform om mijn lesmateriaal te promoten en te verkopen. De nieuwe mogelijkheid om bestanden te bundelen vind ik een aanwinst.
Knoowy is een aanwinst voor studenten met namen anderstaligen voor hun school schrijfwerk.
Kijk wat je op Knoowy van jouw gading kunt vinden. Als het niet een vervanging van jouw reguliere (en anderstalige) studiestof is dan zeker een heldere aanvulling daarop.
Je kan er veel documenten vinden die je nodig hebt voor je studie, zoals samenvattingen. Dit scheelt veel tijd en het kost maar weinig geld.
Een aanrader, snel hulp en betrouwbare website. Niet verder zoeken als je professionele iemand zoekt die jouw verslagen zorgvuldig kan nakijken!
Goede, veilige en mooie website. Erg overzichtelijk veel aanbod en precies wat ik zocht.
Knoowy documenten kan je goed op weg helpen bij je opleiding.