Studiebot antwoord

Stel een vraag ›
 
Vraag gesteld door: nniaz - 8 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: 1 | Inleiding
Grote delen van het internationale recht zijn wereldwijd van toepassing. Het rechtsgebied speelt een belangrijke rol bij het vormgeven van samenwerkingen tussen staten onderling, en het realiseren van gemeenschappelijke belangen. Veel problemen hebben grensoverschrijdende effecten (CO-uitstoot en klimaatverandering, gewapende conflicten, vluchtelingenstromen) en staten zijn onderling afhankelijk van elkaar met betrekking tot het aanpakken hiervan. Het internationaal publiekrecht is daarom ook belangrijk voor de nationale rechtsordes van staten. Het bepaalt onder meer de reikwijdte en inhoud van nationaal recht.

Voor kleinere, internationaal georinteerde en politiek relatief machteloze staten (zoals Nederland) is het belangrijk dat niet alleen macht de koers bepaalt, en internationaal recht biedt stabiliteit in internationale betrekkingen. In Nederland wordt het internationaal recht in grote mate erkend binnen de nationale rechtsorde. Zo stelt art. 94 van de Grondwet dat sommige internationaalrechtelijke rechten en verplichtingen rechtstreeks doorwerken in de nationale rechtsorde, mits ze eenieder verbinden (daarover later meer). Wanneer er een conflict ontstaat tussen bepalingen van internationaal en nationaal recht, hebben de voor eenieder geldende bepalingen voorrang boven formele wetten van het nationale recht en de Grondwet.

2 | Geschiedenis
Gedurende grote delen van de geschiedenis van het internationaal recht waren politieke organisatievormen te zwak om gecentraliseerd publiek gezag uit te oefenen en stabiele betrekkingen te onderhouden met andere entiteiten. Monarchen moesten hun macht delen met de kerk en de adel en er was geen scheiding van private en publieke belangen. Desondanks is de ontwikkeling van het internationaal recht nauw verbonden met het ontstaan van onafhankelijke en soevereine staten in Europa. Om ervoor te zorgen dat soevereine staten vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan en hun eigen belangen kunnen nastreven, is er een rechtsstelsel nodig dat deze onafhankelijkheid waarborgt en voor iedereen van gelijke toepassing is.

1648: de Vrede van Westfalen.
Hiermee ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten. Het beginsel van territoriale integriteit begon gerespecteerd te worden. De oorsprong van het moderne internationale publiekrecht ligt in de erkenning van staatssoevereiniteit en het netwerk van onderlinge rechtsbetrekkingen.

1945: Het beginsel van zelfbeschikking wordt neergelegd in het Handvest van de Verenigde Naties (hierna: VN-Handvest).

Dit beginsel gaf volkeren het recht om over hun eigen lot te beschikken. Daarna volgde de dekolonisatieperiode, samen met het proces van globalisering. Het leek erop dat de dominantie van soevereine staten afnam. Echter, in het derde decennium van de 21e eeuw is dit beeld aan het veranderen, vooral na de oorlog in Oekrane. Het aantal autoritaire staten neemt toe en er is wereldwijd druk op de mensenrechten.

Daarnaast zijn twee ontwikkelingen noemenswaardig en cruciaal voor de ontwikkeling van internationaal recht:
De toename van bovennationale vormen van organisatie (de Europese Unie (hierna: de EU, de Verenigde Naties (hierna: de VN)).
Een toenemende macht van niet-statelijke instituten (private ondernemingen).

3 | Omschrijving

3.1 | Algemene omschrijving
De uitoefening van het publieke gezag in de internationale gemeenschap wordt geregeld door het internationaal publiekrecht. Het rechtsgebied kent bevoegdheden toe aan entiteiten die dit publiek gezag uitoefenen en het biedt een juridisch kader waarbinnen deze bevoegdheden mogen worden uitgeoefend.

Het begrip volkerenrecht (ius gentium) en internationaal publiekrecht worden vaak door elkaar gebruikt, maar er is een verschil in oorsprong en toepassing. Volkerenrecht ontstond in het Romeinse Rijk en verwees destijds naar het recht dat gold voor alle burgers. In de 16e en 17e eeuw werd de term gebruikt om het recht tussen verschillende staten aan te duiden. Aan de andere kant richt internationaal publiekrecht zich niet uitsluitend op volkeren, maar is het meer gericht op de veelzijdigheid van internationale rechtsbetrekkingen. Het omvat overigens niet alleen het recht dat tussen staten geldt, maar het heeft ook betrekking op andere actoren zoals niet-gouvernementele organisaties. Het internationaal publiekrecht heeft logischerwijs geen betrekking op internationaal privaatrecht.

3.2 | Internationale element
Het internationale of nationale karakter van een rechtsregel wordt normaliter bepaald aan de hand van de rechtsbron waarin de regel zijn oorsprong vindt. In het nationaal recht is de belangrijkste rechtsbron vaak de wet of overeenkomsten. In internationaal recht zijn de belangrijkste rechtsbronnen gewoonterecht, verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen (hierover later meer). Als een rechtsregel voortvloeit uit n van deze vier rechtsbronnen, kunnen we spreken van internationaal recht.

Zijn internationaal recht en nationaal recht gescheiden? Hierover bestaan globaal gezien twee opvattingen, die te duiden zijn als monisme en dualisme:
Dualisme: Deze opvatting gaat ervan uit dat de internationale rechtsorde en nationale rechtsorde geheel gescheiden rechtssystemen zijn. De klassieke vorm van dualisme ziet in het dualisme de soevereine staat als het hoogste gezag. Internationaal recht kan niet boven nationaal recht staan en komt voort uit de wil van de staat en is per definitie afhankelijk van haar soevereiniteit. Een dualistisch systeem is vaak aanwezig in staten met sterke nationalistische sentimenten (bijv. de VS);
Monisme: Deze opvatting gaat ervan uit dat internationaal en nationaal recht samen n rechtsorde vormen. Internationaal recht dient ertoe om de macht van de staat te beperken en om de rechten van individuen te beschermen.

Het geldende internationaal recht maakt wel een formele scheiding tussen internationaal en nationaal recht. Beide rechtsordes hebben eigen rechtsbronnen en elke rechtsorde bepaalt zelf onder welke voorwaarden zij juridische betekenis geven aan rechtsregels uit andere rechtsordes. De nationale rechtsorde bepaalt in hoeverre internationaal recht rechtsgevolgen heeft. Hierbij zijn wel drie kanttekeningen te plaatsen:
Modern internationaal recht heeft in belangrijke mate betrekking op de rechtspositie van natuurlijke personen en komt tegenwoordig vooral tot uiting bij kwesties van mensenrechten. Internationaal recht richt zich in dit soort gevallen ook tot personen (die onder de nationale rechtsorde vallen) en niet alleen tot staten;
Internationaal recht is meer van toepassing op onderwerpen die ook door nationaal recht worden gereguleerd (bijv. veiligheid en strafrecht, mensenrechten en milieubescherming);
Staten hebben in toenemende mate hun nationale rechtsorde opengesteld voor internationaal recht, waardoor beide rechtsordes sterk verweven met elkaar zijn geraakt.

3.3 | Het publieke element
Het publieke element onderscheidt internationaal publiekrecht van internationaal privaatrecht, en ligt besloten in een tweetal kenmerken:
Internationaal publiekrecht legitimeert de uitoefening van publiek (overheids-)gezag en heeft slechts indirect effect voor recht tussen particulieren.
Enkel publieke belangen worden door het internationaal publiekrecht beschermd (bijv. veiligheid, welzijn, milieu).

Het internationaal privaatrecht reguleert privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen met een grensoverschrijdend karakter. Dit kan bijvoorbeeld van toepassing zijn op een Amerikaans echtpaar dat in Nederland wil scheiden, of een Nederlandse student die markeerstiften koopt op een buitenlandse webshop. In dergelijke situaties kunnen verschillende nationale rechtsstelsels van toepassing zijn, wat soms tot juridische conflicten kan leiden. Het internationaal privaatrecht voorziet in de regels en procedures om deze kwesties te behandelen en op te lossen.

3.4 | Het juridische element
Veel afspraken en beslissingen komen niet voort uit een juridische overweging (maar kunnen voortkomen uit bijv. morele of religieuze redenen). Het onderscheid tussen juridische regels en politieke of morele regels is te bepalen aan de hand van twee criteria:
Rechtsbronnen: Alleen normen die uit vooraf bepaalde rechtsbronnen voortvloeien behoren tot internationaal publiekrecht. Dit is in lijn met de heersende theoretische opvatting van het internationaal recht, bekend als positivisme. Deze opvatting stelt dat het geldende recht veranderlijk is en wordt uitgevaardigd door overheden, los van enige morele overwegingen.
Verband tussen normschending en sanctie: Rechtsregels zijn onderdeel van een systeem dat de schending van een norm verbindt met een sanctie (ongeacht of de middelen aanwezig zijn om dit te handhaven). Deze verbinding is een wezenskenmerk van recht.

Er wordt beweerd dat het internationaal recht dit laatste kenmerk mist doordat er geen centraal gezag is binnen de internationale rechtsorde dat in staat is om recht af te dwingen. Dit wordt beschouwd als een fundamentele zwakte van het internationale rechtssysteem. Desalniettemin bestaan er wel procedures voor handhaving en afdwinging van rechtsregels, zij het dat de verantwoordelijkheid voor handhaving grotendeels bij individuele staten ligt. Binnen de internationale rechtsorde bestaan er echter wel toezichthoudende instellingen die controleren of internationale verplichtingen worden nageleefd. Bovendien zijn staten niet snel geneigd om hun verplichtingen te schenden, omdat ze het risico lopen hun reputatie als betrouwbare partner te verliezen. In de praktijk bestaat er ook geen twijfel over dat het internationaal recht daadwerkelijk als 'recht' wordt beschouwd.

4 | Organisatie
In de nationale rechtsorde bestaat de staat die het publiek gezag uitoefent en die over het geweldsmonopolie beschikt om de wet te handhaven. Het publieke gezag van internationaal publiekrecht wordt vooral uitgeoefend door de staten zelf, die lid zijn van de internationale gemeenschap. Er is minder sprake van een gemeenschappelijk centraal gezag. Het decentrale karakter komt voort uit het feit dat de internationale rechtsorde is ontstaan uit de soevereiniteit en gelijkheid van staten. Samenwerking kan wel leiden tot de opkomst van organisaties (bijv. EU, Afrikaanse Unie) waarbinnen staten integreren en die ook centraal gezag kunnen uitoefenen over bepaalde onderwerpen.

5 | Onderdelen

5.1 | Algemeen internationaal recht
Het algemene internationale recht bestaat uit beginselen en leerstukken die van toepassing zijn op alle deelgebieden van het internationale recht. Denk hierbij aan formele beginselen, bijv. over hoe rechtsregels tot stand komen en wie gezien moet worden als rechtssubject. Verder zijn er fundamentele beginselen zoals die van goede trouw, dat men verdragen naleeft en dat men aansprakelijk is voor het schenden van zijn plichten. Deze beginselen kunnen niet veranderd of uitgesloten worden.

5.2 | Bijzonder internationaal recht
Bijzonder internationaal recht bestaat voornamelijk uit verdragen die landen met elkaar gesloten hebben. Dit is dus, in tegenstelling tot het algemene recht, recht dat weer teniet kan gaan of veranderd kan worden. Denk bij bijzonder recht aan verdragen over internationaal strafrecht, int. milieurecht, int. handelsrecht, etc.

5.3 | EU-recht
Technisch gezien is het EU-recht ook onderdeel van internationaal publiekrecht, daar de EU bij verdrag is opgericht en publieke bevoegdheden heeft gekregen en het dus is gebaseerd op een internationale rechtsbron. Echter, omdat het EU-recht inmiddels zo omvattend is en de EU zoveel bevoegdheden heeft, is het meer te zien als een eigen rechtsorde. De EU heeft dan ook zijn eigen rechtsprekende organen, kan zelf toezien op naleving en kan eigenhandig sancties uitdelen. Verder kunnen burgers direct het Europees Parlement kiezen. De EU is dus zo zelfstandig dat het eigenlijk meer weg heeft van een nationale rechtsorde dan van de internationale rechtsorde. Toch is de EU in veel opzichten een voorbeeld voor internationaal recht en andere statenunies. De volgende drie redenen maken EU-recht belangrijk voor het internationaal recht:
De structuurkenmerken van het EU-recht zijn ook in het internationale publiekrecht aanwezig.
De EU is een belangrijke actor binnen internationaal publiekrechtelijke betrekkingen.
De EU is steeds meer van belang voor de toepassing van het internationaal recht. Wanneer de EU gebonden is aan internationale verdragen, worden deze automatisch een integraal onderdeel van de rechtsorde van de EU. De beginselen van de doorwerking van EU-recht in nationale rechtsordes bepalen ook de manier waarop internationaal recht wordt ontvangen binnen nationale rechtsordes.

De EU wordt in dit vak slechts op hoofdlijnen besproken.

3/3
. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is onbeperkt.

Antwoord gegenereerd door AI Antwoord rapporteren

Stel een studievraag en wij proberen hem zo goed mogelijk te beantwoorden.

Stel een vraag
 
Inloggen via e-mail
Nieuw wachtwoord aanvragen
Registreren via e-mail
Winkelwagen
  • loader

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items! Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

Actie: ontvang 10% korting bij aankoop van 3 of meer items!

loader

Ontvang gratis €2,50 bij je eerste upload

Help andere studenten door je eigen samenvattingen te uploaden op Knoowy. Upload ten minste één document en krijg gratis € 2,50 tegoed.

Upload je eerst document