Studiebot antwoord

Vraag gesteld door: Lara94 - 9 maanden geleden

Maak een oefenexamen van de volgende tekst: 1: Wat zijn de drie belangrijkste componenten van bloed?
De drie belangrijkste componenten van bloed zijn rode bloedcellen, witte
bloedcellen en bloedplaatjes.
2: Wat is de functie van rode bloedcellen?
Rode bloedcellen zijn verantwoordelijk voor het zuurstof- en
kooldioxidetransport tussen de longen en andere organen.
3: Waar worden rode bloedcellen geproduceerd?
Rode bloedcellen worden geproduceerd in het rode beenmerg.
4: Wat is het grootste aandeel van cellen in het bloed?
Het grootste aandeel van cellen in het bloed bestaat uit rode bloedcellen.
5: Wat is de functie van witte bloedcellen?
Witte bloedcellen hebben een belangrijke rol bij de afweer tegen indringers
zoals bacterin en virussen.
6: Waar worden witte bloedcellen geproduceerd?
Witte bloedcellen worden geproduceerd in het beenmerg.
7: Wat zijn bloedplaatjes?
Bloedplaatjes zijn kleine cellen die een belangrijke rol spelen bij de
bloedstolling.
8: Wat is bloedplasma?
Bloedplasma is de tussencelstof van bloed en bestaat uit water met een groot
aantal stoffen.
9: Welke organen zijn betrokken bij de aanmaak van bloedcellen?
De organen die betrokken zijn bij de aanmaak van bloedcellen zijn het
beenmerg, de milt, de thymus (bij zeer jonge dieren) en de lymfeknopen.
10: Wat is de functie van erytrocyten?
Erytrocyten zijn verantwoordelijk voor het zuurstof- en kooldioxidetransport
tussen de longen en andere organen.
11: Hoe zien volwassen erytrocyten eruit?
Volwassen erytrocyten zijn kernloze, ronde cellen die eruitzien als donuts.
12: Wat is de levensduur van rode bloedcellen?
De levensduur van rode bloedcellen is ongeveer 120 dagen.
13: Wat zijn granulocyten?
Granulocyten zijn een groep witte bloedcellen die blaasjes met eigen
membraan bevatten.
14: Welke soorten granulocyten zijn er?
Er zijn drie soorten granulocyten: neutrofielen, eosinofielen en basofielen.
15: Wat is de functie van neutrofielen?
Neutrofielen spelen een belangrijke rol in de afweer tegen bacterile infecties.
16: Wat is de functie van eosinofielen?
Eosinofielen zijn vooral actief bij allergische reacties en parasitaire
aandoeningen.
17: Wat is de functie van basofielen?
Basofielen spelen een rol bij het op gang brengen van ontstekingsreacties.
18: Wat zijn agranulocyten?
Agranulocyten zijn een groep witte bloedcellen die geen granulen in het
cytoplasma bevatten.
19: Welke soorten agranulocyten zijn er?
Er zijn twee soorten agranulocyten: lymfocyten en monocyten.
20: Wat is de functie van lymfocyten?
Lymfocyten zijn verantwoordelijk voor de productie van antilichamen bij
infecties.
21: Waar worden lymfocyten geproduceerd?
Lymfocyten worden geproduceerd in het beenmerg en opgeslagen in het
lymfode systeem.
22: Wat is de functie van monocyten?
Monocyten zijn fagocyterende cellen die kunnen veranderen in macrofagen
en dode cellen en ziekteverwekkers kunnen opruimen.
23: Wat zijn trombocyten?
Trombocyten zijn bloedplaatjes die een belangrijke rol spelen bij de
bloedstolling.
24: Wat is de functie van bloedplasma?
Bloedplasma is de tussencelstof van bloed en bevat onder andere water en
verschillende stoffen.
25: Wat zijn de belangrijkste plasma-eiwitten?
De belangrijkste plasma-eiwitten zijn albumine, fibrinogeen en globuline.
26: Wat is de functie van albumine?
Albumine reguleert de osmotische druk in het bloed en heeft een
transportfunctie voor verschillende stoffen.
27: Wat is de functie van fibrinogeen?
Fibrinogeen is een stollingseiwit dat betrokken is bij de bloedstolling.
28: Wat is de functie van globuline?
Globuline speelt een rol bij de immunologische afweer.
29: Wat is bloedstolling?
Bloedstolling is een proces waarbij bloed klontert en hard wordt om
bloedverlies te voorkomen.. De oefenexamen moet geschreven zijn in de Nederlandse taal. Onderin staan de antwoorden. Het aantal vragen dat het oefenexamen moet bevatten is 10.

Antwoord rapporteren