BGZ2022 De Continuïteit van het Leven uitwerking alle taken
Uitgebreide samenvatting van alle taken plus aanvul ende opmerkingen van
de tutor erin verwerkt
Uitwerking taak 1 TAAK 1 DE CEL, DE BASISEENHEID VAN LEVEN
Probleemstelling:
Hoe zijn verschil ende cel en opgebouwd? Leerdoelen:
1. Wat zijn prokaryoten en welke celorganel en bezitten ze?
2. Wat zijn eukaryoten en welke celorganel en bezitten ze?
3. Wat is het verschil tussen een prokaryoot en eukaryoot?
4. Wat is het verschil tussen dierlijke cellen en plantencel en?
5. Wat zijn de uitgebreide functies van de cel onderdelen?
6. Extra informatie over cellen en samenvatting taak Literatuur:
Alberts Essential Cel Biology 4e editie: hoofdstuk 1, 14, 15
1. Wat zijn prokaryoten en welke celorganel en bezitten ze?
Prokaryoot:
Eencel ige organismen waarvan de cel en geen kern hebben
Prokaryoten bestaan uit 2 categorieën:
-Bacteriën: hebben de eenvoudigste structuur,
bevat geen organel en of een kern om DNA te
bevatten
-Archaea: komen voor in omgevingen die te
extreem zijn voor andere cellen
Prokaryoten zijn meestal bolvormig, stafvormig of kurkentrekkervormig
Ze zijn klein (meestal maar een paar micrometer lang)
Prokaryoten hebben een celwand die het plasmamembraan
omgeeft dat een enkel compartiment omsluit dat het cytoplasma
en DNA bevat
Cel en reproduceren zich snel door zich in twee te delen
Prokaryoten zijn meest diverse en talloze cel en op aarde qua
vorm en structuur zijn ze eenvoudig en beperkt, maar qua chemie
zijn ze de meest diverse klasse van cel en
Meeste prokaryoten leven als eencel ige organismen, sommige
verenigen zich in ketens, clusters of meercellige structuren
Spelen een belangrijke rol bij leven op aarde: andere organismen
zijn afhankelijk van organische verbindingen die prokaryoten
genereren uit anorganische materialen
Celorganel en:
-Celwand
-Ribosomen in cytosol
-Celmembraan
-Een cirkelvormig chromosoom en
plasmiden
-Cytoplasma
-Eventueel flagel um (bij bacteriën)
2. Wat zijn eukaryoten en welke celorganel en bezitten ze?
Eukaryoot:
Eencel ige of meercel ige
organismen waarvan de cel en een
kern hebben
Zijn uitgebreider en groter dan
prokaryoten
Categorieën:
-Amoeben leven een
onafhankelijk leven als eencellige
organismen
-Gisten leven een onafhankelijk
leven als eencel ige organismen
-Planten meercellig organisme
-Dieren meercel ig organisme
-Schimmels meercellig organisme
Celorganel en:
-Door membraan ingesloten
organellen interne membranen creëren
intracellulaire compartimenten:
o Celkern
o Mitochondriën (aanwezig in bijna al e
eukaryotische cel en)
o Chloroplasten (alleen aanwezig bij planten en algen)
o Endoplasmatisch reticulum (ER)
o Golgi apparaat
o Lysosomen
o Peroxisomen
o Transportblaasjes/vesicles
-Cytoplasma
-Celmembraan
-Cytosol
-Cytoskelet
-Ribosomen
3. Wat is het verschil tussen een prokaryoot en eukaryoot?
Kenmerken
Prokaryoten
Eukaryoten
Celdiameter
0,2-2,0 μm
10-100 μm (10x de lengte en 1000x het
volume van prokaryotische cel en)
Celkern (nucleus)
Afwezig (DNA los in cytoplasma) Kern met kernmembraan en nucleolus
en nucleolus
(kernlichaam)
Interne
Afwezig (enkel compartiment
Aanwezig
membranen
omsloten door het
plasmamembraan)
Organellen
Enkel ribosomen
Lysosomen, golgicomplex, endoplasmatisch
reticulum, vacuolen, mitochondrien,
plastiden, ribosomen
Flagellen en cilia
Twee eiwitbouwstenen
Complex, meerdere microtubuli
Celwand
Gewoonlijk aanwezig: chemisch Indien aanwezig: chemisch eenvoudig
complex
Celmembraan
Aanwezig
Aanwezig
Cytoplasma
Geen cytoskelet
Wel cytoskelet
Ribosomen
Klein
Groter
Genoom;
Een cirkelvormig chromosoom
Meerdere lineaire chromosomen met
chromosomen
en plasmiden
histonen en een cirkelvormig chromosoom
in mitochondrien en een cirkelvormig
chromosoom in plastide
Celdeling
Binaire deling
Mitose
Geslachtelijke
Geen meiose, soms overdracht
Levenscyclus met meiose
voortplanting
van DNA fragmenten
4. Wat is het verschil tussen dierlijke cellen en plantencel en?
Kenmerken
Dierlijke cellen
Plantencellen
Chloroplasten
Afwezig
Aanwezig
Cytoskelet
Aanwezig
Aanwezig
Organellen
Centrosoom, chromatine (DNA), nucleus
Mitochondriën, endoplasmatisch
met nucleolus, extracel ulair matrix,
reticulum, nucleus met nucleolus,
vesicles, lysosomen, mitochondriën,
Golgi apparaat, chromatine (DNA),
endoplasmatisch reticulum, plasma
celwand, plasma membraan,
membraan, Golgi apparaat, ribosomen,
cytoskelet (microtubuli, actine
peroxisoom, cytoskelet (actine filamenten, filamenten), vacuole (gevuld met
microtubuli, tussenliggende filamenten)
vloeistof), peroxisoom, chloroplast,
ribosomen in cytosol, vacuole
membraan (tonoplast), lysosomen
Verschillen in
Wel centrosoom, wel extracellulair matrix,
Wel celwand, wel vacuole, wel
organellen
wel vesicles, wel tussenliggende
vacuole membraan, wel
filamenten. Geen celwand, geen vacuole, chloroplasten. Geen centrosoom,
geen vacuole membraan, geen
geen extracel ulaire matrix, geen
chloroplasten.
vesicles, geen tussenliggende
filamenten.
5. Wat zijn de uitgebreide functies van de cel onderdelen?
Celkern:
-Meest prominente organel in een
eukaryotische cel
-Het is ingesloten in een dubbel
membraanlaag die de nucleaire envelop
vormt
-Bevat het meeste DNA (codeert voor
genetische informatie van het organisme)
-Is het informatiearchief van de cel
-Communiceert met het cytosol via nucleaire
poriën in de nucleaire envelop
-Bevat veel genoom; DNA en RNA synthese
Mitochondriën: