Koude oorlog 1945-1991
Kontext
Kenmerkende aspecten:
In 1917 werden in Rusland de tsaren afgezet. De
communisten grepen de macht in Rusland, zij streefden
De rol van moderne propaganda- en
naar een klasseloze samenleving. Het uiteindelijke doel
communicatiemiddelen en vormen van
was een wereldrevolutie: het kapitalisme zou verslagen
massaorganisatie.
worden.
Het in praktijk brengen van de totalitaire
Onder leiding van Josef Staling werd de Sovjet-Unie een
ideologieën communisme en
totalitaire staat. De Sovjet-Unie had controle over de
fascisme/nationaalsocialisme.
politiek, cultureel, sociaal gebied en de economie. Het
Het voeren van twee wereldoorlogen.
communisme was afgeleid van de ideologie van Karl
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal
Marx. Het communisme werd in 1917 door marxistische
door massavernietigingswapens en de
leider Lenin ingevoerd. Het communisme en kapitalisme
betrokkenheid van de burgerbevolking bij de
stonden recht tegenover elkaar. Het communisme wou
oorlogvoering.
gelijkheid voor iedereen, het kapitalisme wou juist een
De verdeling van de wereld in twee ideologische
open economie.
blokken in de greep van een wapenwedloop en
de daaruit voortvloeiende dreiging van een
In 1941 streden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten
atoomoorlog.
samen tegen de asmogendheden (nazi-Duitsland, Italië en
De eenwording van Europa.
Japan). Op de conferentie van Jalta (februari 1945) werd
De dekolonisatie die een einde maakte aan de
door de SU afgedwongen dat de regeringen van de
westerse hegemonie in de wereld.
Oostbloklanden bevriend zouden blijven met de SU. Stalin
De toenemende westerse welvaart die vanaf de
wou de westgrenzen van de SU veiligstellen, in het
jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding gaf tot
verleden zijn alle aanvallen op Rusland namelijk vanuit
ingrijpende sociaal-culturele
West-Europa gekomen. Ondanks de samenwerking tussen
veranderingsprocessen.
de twee grootmachten, liep de spanning snel op. Tijdens
de Conferentie van Potsdam in juli 1945 werden de
meningsverschillen over de verdeling van de macht in Europa duidelijk. De Verenigde Staten wilden vrije verkiezingen,
Stalin zag hier niets in. Stalin weigerde vrije verkiezingen in te voeren in de gebieden die de Sovjet-Unie had bevrijd. Ook
konden de grootmachten het niet eens worden over de grenzen van Duitsland. Hierdoor nam het wantrouwen nog meer
toe. In Rusland was veel propaganda over de agressieve bedoelingen van West-Duitsland. President Churchill van Groot-
Brittannië waarschuwde voor het IJzeren Gordijn.
Als gevolg ontstonden er twee invloedssferen: een communistische en een democratische/kapitalistische. Hierdoor
ontstonden er in Oost-Europa volksdemocratieën onder de controle van de Sovjet-Unie, dit waren de vazalstaten van de
Sovjet-Unie. De Verenigde Staten probeerden in West-Europa de liberale democratie en het kapitalisme te bevorderen.
Trumandoctrine: economische en militaire steun aan alle landen ter wereld die het communisme buiten wouden houden.
De gedachte van president Truman was dat een economisch sterk land minder snel ten prooi zou vallen aan het
communisme. Ieder land dat zich bedreigd voelde door het communisme kon hier gebruik van maken. De Trumandoctrine
is een voorbeeld van containmentpolitiek.
Marshallplan (1947): Europese landen kregen financiële steun na de verwoesting van de tweede wereldoorlog. In 4 jaar
ontving West-Europa miljarden van de Verenigde Staten aan steun. De Marshallhulp hoorde bij de Trumandoctrine.
Omdat West-Europese landen besloten samen te werken op economisch vlak groeide de economie tussen 1950 en 1970 de
economie zo sterk dat het een economisch wonder wordt genoemd. Vanaf de jaren 50 beleefden de Duitse landbouw en
industrie het Wirtschaftswunder (economisch wonder) De Oostbloklanden mochten meedoen aan het Marshallplan, maar
dit werd door Stalin verboden. Hierdoor werd de kloof tussen Oost en West nog groter.
In de Oostbloklanden begonnen een communistische dictatuur. Er was geen vrije pers, kerken moesten volgens de
richtlijnen, er waren geheime diensten zoals de Stasi in de DDR die burgers in de gaten hielden. De regeringen steunden
allemaal Stalin. Er was sprake van een totalitair regime.
Blokkade van Berlijn in juni 1948: Stalin liet alle toegangswegen tot West-Berlijn laten afsluiten, omdat ze een nieuwe
munt hadden laten invoeren. Truman organiseerde een luchtbrug om West-Berlijn te bevoorraden. Na 11 maanden hief
Stalin de blokkade af. Als gevolg van deze Blokkade van Berlijn werd in 1949 de drie westelijke zones samengevoegd tot
de BRD.
In 1949 werd Duitsland formeel in twee gedeeld; Bondsrepubliek Duitsland (West-Duitsland) en Duitse Democratische
Republiek (Oost-Duitsland). Europa ontstond nu in twee ideologische machtsblokken.
Nadat bekend in 1949 bekend werd dat de Sovjet-Unie ook in staat was om atoomwapens te maken. De landen
probeerden elkaar daarna te overtroeven met de productie van atoomwapens. De Wapenwetloop was begonnen. Door de
wapenwetloop en de vorming van twee militaire bondgenootschappen (de NAVO en het Warschaupact), met de VS en SU
als centrale machten, stegen de spanningen nog meer.
Sommige West-Europese landen besloten vanwege de dreiging samen te werken op economisch vlak. Dit was de eerste
basis voor de Europese eenwording. Deze samenwerking werd gesteund door de Verenigde Staten.
Redevoering senator McCarthy: op 9 februari 1950 werd door senator Joseph McCarthy een lijst bekend gemaakt met alle
namen van bekende communisten die voor de Amerikaanse regering werkte. Dit blijk na onderzoek van de Amerikaanse
Senaat bleek onzin te zijn. Toen in juli 1950 oorlog uitbrak tussen Noord- en Zuid-Korea werden er opnieuw beschuldigen
van communistische spionage gebaseerd van de lijst. Tijdens het onderzoek was vaak tot geen bewijs. Alleen omdat de
angst voor communisme zo groot was kregen verdachten een gevangenisstraf en raakte ze hun baan kwijt.
Ook in andere continenten ontstond een tweedeling. Dit begon in Azië. De Duitse bondgenoot, Japan, had een aantal
Europese koloniën bezet. Na de tweede oorlog probeerde de Europese landen hun positie weer in te nemen, maar dit lukte
niet. Het proces van dekolonisatie was begonnen. Inheemse politici riepen de onafhankelijkheid uit en maakte een einde
aan de kolonisatie. De oud koloniën kregen hierbij steun van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Het communisme
was een principieel tegenstander van de kapitalistische uitbuiting van overzeese gebieden en de Verenigde Staten waren
zelf ontstaan uit een strijd tegen het koloniale moederland Groot-Brittannië, ook bij de steun speelde pure machtspolitiek
een grote rol.
Ze waren bang dat er een nieuw machtsblok kon ontstaan. Dit gebeurde ook toen Mao Zedong, leider van de Chinese
Communistische Partij in 1949 de Volksrepubliek China uitriep. Hierdoor ontstond een tweede communistisch blok in
Azië. Stalin en Mao volgenden beiden dezelfde communistische leer. In 1958 voerde Mao de Grote Sprong Voorwaarts
in, dit ging alleen niet zoals gepland.
Containmentpolitiek: verdere verspreiding van het communisme tegen te gaan. President Truman wou voorkomen dat
meer landen communistisch zouden worden. Containmentpolitiek hoort bij de dominotheorie. Hierbij zou een
communistisch machtsovername in een land ertoe leiden dat ook de omringende landen zouden omvallen. Dit probeerden
de Amerikanen te voorkomen. De communisten zagen
dit als een vorm van westers imperialisme, een manier
de macht in het Westen te houden.
Voorbeeld van containmentpolitiek (Koreaoorlog): in
Korea brak een oorlog uit tussen het communistische
noorden en het kapitalistische zuiden. Het noorden was
onder invloedssfeer van de SU en het westen van de
VS. Beiden landen werden dictatoriaal bestuurd. In juni
2950 brak er tussen de twee Korea’s een oorlog uit.
Troepen van Noord-Korea overschreden de 38ste
breedtegraad, de grens tussen de twee landen. President Truman gesloot in te grijpen. Hij zette de veiligheidsraad van de
VN aan om in te grijpen, zij stemde toe. De Amerikaanse troepen, onder de VN, dreven de Noord-Koreanen ver terug.
Hierna dreef Noord-Korea, gesteund door Mao, drong de VS weer terug. In Washington waren al plannen gemaakt om
bommen af te werpen boven China, President Truman greep in. De SU bezat namelijk ook over atoomwapens. In 1953
werd een wapenstilstand bereikt, op dezelfde grens als voorheen.
Een ander voorbeeld van zo’n conflict is Vietnam. In 1945 riepen de communisten de onafhankelijke Democratische
Republiek Vietnam uit in de Franse kolonie. Bij de Slag bij Dien Bien Phu (1954) werden de Fransen verslagen en