Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie

Uitgebreide samenvatting hoofdstuk 1 + 3 + 4 + 7 t/m 9 basisboek bedrijfseconomie.

Preview samenvatting (3 van de 13 pagina's)

Inhoudsopgave

§ 1.5 Omzetbelasting (BTW) .......................................................................................................................... 4

§ 3.3 Winst versus kansmutatie..................................................................................................................... 5

§ 4.3 Onderdelen van het ondernemingsplan ............................................................................................... 7

§ 7.4 Reserves ................................................................................................................................................ 9

§ 8.6 Voorzieningen ..................................................................................................................................... 11

§ 9.4 liquiditeitskengetallen ........................................................................................................................ 13
Bedrijfseconomie
Hoofdstuk 1: Ondernemingen en hun functie in de economie
§ 1.4 Rechtsvormen van ondernemingen
Geen rechtspersoonlijkheid (privé aansprakelijk): eenmanszaak, VOF en maatschap
Rechtspersoonlijkheid: NV, BV, coöperatie en stichting/vereniging (non-profitorganisaties)

Eenmanszaak
 Eigenaar is de leider, als deze wegvalt is er geen onderneming meer (onzekere continuïteit)
 Schuldeisers (bank) hebben geen zeggenschapsrechten
 Twee financieringsvormen: eigen en vreemd vermogen
 Winst kan gereserveerd worden (in de onderneming laten)
 Over de winst wordt inkomstenbelasting betaald
 belastbaar inkomen wordt verlaagd via aftrekposten
Behaalde winst
- Ondernemersaftrek
(zelfstandigen- en startersaftrek)
= Winst na aftrek van ondernemersaftrek
- Winstvrijstelling
(14% van de winst na ondernemersaftrek)
= Belastbare winst
x Tarief
= Belastingbedrag
- Heffingskortingen
= Daadwerkelijk te betalen belasting Alle ondernemers hebben een boekhoudverplichting (administratie bijhouden) Eenmanszaak is niet verplicht zijn financiële positie openbaar te maken: geen publicatieplicht Vennootschap onder firma en maatschap Handels- of productieactiviteiten
vrije beroepen (artsen, advocaten, etc.)
 Leiding ligt bij de gezamenlijke vennoten (eigendom)
 Veel leiders gaat niet altijd goed  vroegtijdig einde
 Afgescheiden vermogen  zakelijke schuldeisers gaan voor privéschuldeisers
 Hoofdelijk aansprakelijk: iemand kan gedwongen worden de betaling na te komen ook al
zijn anderen ook aansprakelijk, bij maatschap niet (slechts voor gelijke delen)
Fiscaal bestaat de VOF niet, elke vennoot heeft een ‘aparte’ onderneming (geen bedrijf) Commanditaire vennootschap (stille vennoten)
 Scheiding tussen leiding en eigendom
 Wel eigenaar door beschikbaar stellen van eigen vermogen, maar hebben geen leiding
 Beherende vennoot: leider en (mede-) eigenaar
 Commanditaire vennoot is niet privé aansprakelijk maar wel betaald wel inkomstenbelasting

Kapitaalvennootschap (publicatieplicht)
 BV of NV (rechtspersonen)
 Scheiding tussen eigendom en leiding, beperkt aansprakelijk
 Vermogen is verdeeld in aandelen: algemene vergadering van aandeelhouders (benoemen
o.a. de directie die dagelijkse leiding heeft)
 DGA  directeur-grootaandeelhouder
 Doel is een grootvermogen: veel aandeelhouders zonder betrokkenheid
 Raad van commissarissen: houdt namens aandeelhouders toezicht op de directie
 Corporate governance: het goed besturen van de onderneming en laten zien dat dit gebeurt
(ook rekening houden met belangen van andere)
 Extra eigen vermogen kan doordat de AvA beslist de winst niet uit te keren maar het in het
bedrijf te houden

Klassieke systeem: er wordt vennootschapsbelasting betaald over de winst en aandeelhouders
betalen inkomstenbelasting Verrekening systeem: de aandeelhouder betaald inkomstenbelasting en mag de namens hem
betaalde vennootschapsbelasting in mindering brengen op het te betalen bedrag

€100 winst
20% vennoot
25% inkomsten
100 x 0,2 = 20 vennootschapsbelasting
100 x 0,25 = 25 inkomstenbelasting  totale te betalen belasting
De BV heeft al €20 betaald dus 25 - 20 = €5 moet nog gezamenlijk worden betaald door de
aandeelhouders

Om de te betalen belasting te minderen  verliescompensatie
1. Verlies wordt verrekend met winst uit het voorgaande jaar: carry back
2. Verlies wordt verrekend met winst van maximaal 9 volgende jaren: carry forward

< 5% van de aandelen  30% inkomstenbelasting
≥ 5% van de aandelen (aanmerkelijkbelanghouder)  25% inkomstenbelasting Verschillen tussen BV en NV
1. BV is alleen aandelen op naam, NV kan ook aan toonder (op een beurs is altijd van een NV)
2. BV kan blokkeringsclausule hebben: beperkingen bij het verkopen (bijv. eerst te koop stellen
aan medeaandeelhouders), bij NV is dit niet
3. NV heeft een minimum beginkapitaal nodig van €45000, BV heeft geen beginkapitaal nodig

Coöperatie (publicatieplicht)
 Oefent een bedrijf uit ten behoeve van haar leden
 De leden van de coöperatie doen ook zaken met de coöperatie
 Leden hebben de hoogste macht
1. Productiecoöperatie: leden zijn leverancier van grondstoffen voor het productieproces
2. Inkoopcoöperatie: leden nemen producten van de coöperatie af (bijv. kunstmest)
3. Coöperatieve bank: leden lenen geld aan en van de bank

Verkopen van verzekeringen: onderlinge waarborgmaatschappij (lijkt op coöperatie),
verzekeringsmaatschappijen gebruiken dit

Financiering van de coöperatie
 Kan niet door winstinhouding of aandelenkapitaal anders heeft zij haar leden te lage prijzen
betaald of te hoge prijzen gevraagd
 Daarom ledencertificaten (langlopende lening)

De continuïteit wordt gewaarborgd doordat je niet zomaar de coöperatie kan verlaten