Hoofdstuk 17: de volwassenheid (vervolg)
Ontwikkelingen in het gezin
Het lege – nestsyndroom
Lege – nestsyndroom = ervaring van treurnis, bezorgdheid, eenzaamheid en depressie omdat hun
kinderen het ouderlijk huis verlaten hebben.
Investering van vrijgekomen tijd en energie in nieuwe dingen
Opnieuw meer aandacht voor de partnerrelatie
Onderzoek naar dit syndroom richt zich vooral op vrouwen (meer betrokken in opvoeding)
Ongelukkige gevoelens na vertrek over gemiste kansen & dingen die ze niet hebben kunnen
doen
Boemerangkinderen
Boemerangkinderen = jongvolwassenen die na vertrek uit het ouderlijke huis opnieuw tijdelijk bij hun
ouders komen wonen, door economische argumenten, misgelopen relatie.
Reactie van ouders: afhankelijk van de reden van terugkeer
Meer jongeren keren terug naar huis:
o Jobs moeilijker te vinden
o Kost – en huurprijs ligt hoog
o Koppels trouwen later
o Aantal scheidingen neemt toe
Weinig problemen met terugkeer wanneer het tijdelijk is en kind < 22j.
Conflicten: kind werkloos & financieel afhankelijk van ouders
Soms rivaliteit tussen vader en kind voor aandacht moeder
Sandwichgeneratie
Sandwichgeneratie = volwassenen die tijdens de middenvolwassenheid moeten ingaan op de
behoeften van hun kinderen en op de behoeften van hun ouder wordende ouders.
Door:
o Later huwen en later kinderen krijgen
o Langere levensduur
Zorg voor de ouders = psychologisch lastig, rolomkering
o Financiële hulp
o Klusjes in het huishouden
o Gezelschap
o Lichamelijke zorg
o Inwonen van bejaarde ouders bij de kinderen
Belastend op fysisch en psychisch vlak
Toename van
o psychologische hechting
o waardering van elkaars sterke kanten
o acceptatie van elkaars zwakheden
Kangoeroewonen = 2 aparte woningen in 1 huis (1 voor oudere, 1 voor jongere generatie).
Werken en carrière: werken tijdens de middelbare leeftijd:
Meeste mensen tijdens middelbare leeftijd productiefst & meest succesvol op werk &
meeste macht
Periode waarin succes op het werk minder aantrekkelijk wordt (familie en andere interesses
meer gewicht)
Criteria voor bevredigende baan veranderen tijdens middelbare leeftijd:
o Jongvolwassenen: waarde aan abstracte en toekomstgerichte zaken
(groeimogelijkheden, kansen op erkenning en bewondering)
o Werknemers van middelbare leeftijd: waarde aan de hier – en – nu aspecten van hun
werk
Algemeen: relatie tussen leeftijd & werk positief => hoe ouder de werknemer, hoe
tevredener met de baan
Beroepscarrière
Jongvolwassenheid:
Identiteitsvorming
Zoeken naar job => stress
Bijsturen aspiraties of nieuwe job zoeken
Focus op groeimogelijkheden, en erkenning/ bewondering
Middenvolwassenheid:
Hoge productiviteit, veel succes/macht
Investering in job beïnvloed door promotiekansen, capaciteiten en temperament
Maar ook: mogelijk niet bereiken van de verwachtingen => werk wordt minder belangrijk
Focus op arbeidsomstandigheden, salaris, beleidszaken
Laatvolwassenheid:
Trager werktempo, minder soepele aanpassing aan snelle evolutie
Waardevolle ervaring
Zelfbeeld en eigenwaarde
Middenvolwassenheid:
Hoogtepunt van het leven, ondanks dat ze de grootste uitdagingen hebben maar ze hebben
al wat meer ervaring
Meer gericht op wat reëel haalbaar is => zelfbeeld wordt zakelijker en stabieler beter
inschatten waar de grenzen liggen
Ouder: meer welbevinden:
Kloof tussen zelfbeeld en ideaalbeeld wordt kleiner
Meer autonomie, minder laten leiden door verwachtingen van anderen
Beter in staat om hun complexe leven te organiseren
Midlifecrisis
Velen gaan ervan uit: volwassenheid = statische, evenwichtige periode, waarin de mens op het
toppunt van zijn krachten, en sociaal in een optimale positie rustig zichzelf kan zijn. Enige rimpeling =
Midlifecrisis = periode rond 40 jaar, terugblikken op het verleden en zich afvragen of ze wel de juiste
keuzes gemaakt hebben, naar aanleiding van belangrijke gebeurtenissen.
Veel stressbronnen:
o Werk en werkdruk
o Combinatie werk en gezin
o Dagelijkse zorgen: kinderen, partnerrelatie, belangrijke aankopen, financiële zaken
In het algemeen wel voldoende weerstand en ervaring om met stress om te gaan
Sommigen ervaren de kaap van 30 al als een keerpunt => definitieve afscheid van de jonge
jaren waarin alles nog mogelijk leek.
Bij anderen is het wachten tot ze 50 worden => besef dat ze nu halfweg zijn
Externe gebeurtenissen zorgen voor het kantelmoment:
o Verlies van job, vooral op een leeftijd waarop men nog moeilijk in aanmerking komt
voor een andere baan.
o Wegvallen van leeftijdgenoten
o Overlijden van de ouders => verlies van mensen waar men emotioneel erg mee
vergroeid was + gevoel dichter bij de eigen dood.
Onderzoek:
¼ van de volwassenen ervaart iets wat kan leiden tot een midlifecrisis.
Meesten krijgen continu te maken met grotere of kleinere problemen en conflicten.
o Jong- en middenvolwassenheid = meest stresserende periodes.
Amerika: MIDUS-project opgestart:
7.000 proefpersonen van 25 – 74 jaar ondervraagd i.v.m. fysieke en psychische
gezondheidsaspecten.
Overgrote deel van de jong- en middenvolwassenen krijgt bijna dagelijks met bronnen van
stress te maken, meer dan jongeren en oudere leeftijdsgroep.
Bronnen van stress:
o Werk buitenshuis
o Conflicten of spanningen met collega’s waar je elke dag moet mee samenwerken, of
met klanten die de meest onmogelijke eisen stellen.
o Vooral voor vrouwen kan de combinatie van werk en gezin teveel worden
Zorgen als koppel te delen:
o School-, opvoedings- of gezondheidsproblemen met de kinderen
o Conflicten in de partnerrelatie of met ouders en familieleden
o Afspraken gemaakt en nagekomen
o Beslissingen over aankopen of herstellingswerken
o Financiële kant van het huishouden.
1 groot voordeel: in de loop der jaren hebben ze voldoende weerstand en ervaring opgebouwd om op
een adequate manier met stress om te gaan.
Document Outline
Ontwikkelingen in het gezin
Het lege – nestsyndroom
Boemerangkinderen
Sandwichgeneratie
Beroepscarrière
Zelfbeeld en eigenwaarde
Afbakening
De cijfers
Beeldvorming over ouderen
De fysieke ontwikkeling
De cognitieve ontwikkeling
Het klassieke intelligentieonderzoek
Deficit model
Rust-roest-model en functietraining
Competentiemodel
Contextuele theorie voor intelligentie (Sternberg)
Selectief optimaliseren met compensatie (SOC) (Baltes)