Hoofdstuk 4: Onderzoek van de motoriek

Anatomie – fysiologie
Motorneuronen
Motorische banen
Kracht
Letsel van het centraal motorneuron
Letsel van het perifeer motorneuron
Letsels van de spieren
Coördinatie
Tonus
Klinische hypotonie
Klinische hypertonie

Preview samenvatting (1 van de 4 pagina's)

Hoofdstuk 4: onderzoek van de motoriek Anatomie – fysiologie Motorneuronen  Centrale motorneuron (CMN) = in hersenen. Cellichaam in primaire motorische cortex. Het axon loopt in de piramidebaan naar de motorische voorhoorncel (zorgt voor willekeurige spierbewegingen).  Perifere motorneuron (PMN, lower motor neuron, motorische voorhoorncel) = in hersenstam en ruggenmerg. Ontvangt impulsen uit de piramidale baan, de extrapiramidale banen en de medullaire reflexboog.  Extrapiramidale neuron = cellichaam zit in basale ganglia, het axon eindigt op de motorische voorhoorncel. Dit systeem speelt een rol bij de tonus, het evenwicht en de harmonisatie van de bewegingen.  Willekeurige input hangt af van input motorneuronen. Motorische banen  Piramidale baan (tractus corticospinalis) : begint in de primaire motorische cortex, eindigt in hersenstam & thv motorische voorhoorncel van het ruggenmerg.  Extrapiramidale banen : lopen grotendeels in de zijstreng. Omvatten o.a. vezels uit de basale kernen, het cerebellum, de vestibulaire kernen en de visuele kernen. Kracht Kracht bij willekeurige bewegingen => afh. van werking centrale en perifere motorneuron + werking van de spieren.  Parese = verzwakking van de spieren.  Paralyse = verlamming van de spieren. Krachtsvermindering kan ontstaan door: Letsel van het centraal motorneuron: Letsels van het cellichaam en piramidebaan.  Typische symptomen : o Bepaalde bewegingen, niet individuele spieren of spiergroepen worden aangetast  Plaats van letsel zorgt voor typische verlamming:  Corticaal = hemiplegie met brachiofaciaal overwicht.  Capsula interna = meestal volledige hemiplegie.  Hersenstam en ruggenmerg = tetraplegie / paraplegie bij volledig letsel. Hemiplegie / monoplegie bij halfzijdig letsel. o Hypertonie o Hyperreflexie o Geen spieratrofie o Geen fasciculaties Letsel van het perifeer motorneuron: Letsels van de motorische voorhoorncel, wortel, plexus of de zenuw.  Typische symptomen: o Treffen bepaalde spiergroepen o Hypotonie o Hyporeflexie o Spieratrofie o Fasciculaties Letsels van de spieren:  Typische symptomen : o Geen neurologische topografie o Hypotonie o Hyporeflexie o Spieratrofie o Geen fasciculaties Coördinatie Coördinatie = mogelijkheid om verschillende spieren of spiergroepen tegelijkertijd en opeenvolgend in actie te brengen, om een bepaalde beweging uit te voeren.  Omvat contractie van bepaalde spieren, ontspanning van antagonisten en posturale reflexen (van ene naar andere toestand van onevenwicht).  Hoofdcentrum = cerebellum  Stoornis in coördinatie = ataxie Cerebellaire ataxie.  In houding: rechtopstaande, voeten tegen elkaar, wiegt heen en weer. Er is een dysarthrie, nystagmus en een brede gangbasis.  Beweging: o Dysmetrie: overshooting, met intentioneel beven bij correctie. De tremor neemt toe naarmate men het doel nadert (correctie is inadequaat). o Dysdiadochokinese: beperkte mogelijkheid tot het uitvoeren van alternerende bewegingen. Tonus  Normale spiertonus = lichte spiercontractie. o Uit zich als een lichte weerstand van de spier bij passieve beweging  De rusttonus is aanwezig bij volledige rust  Posturale tonus nodig om houding en evenwicht te behouden.  Tonus vermindert = hypotonie.  Tonus neemt toe = hypertonie. De tonus kan afwijken bij: o Letsel van de piramidebaan: hyper o Letsel van de extrapiramidale hyper o Letsel van ruggenmerg: hyper o Letsel van voorhoorncellen: hypo o Letsel van wortel, plexus of perifere zenuw: hypo o Letsel van spier: hypo <h1>Document Outline</h1><li>Anatomie – fysiologie<li>Motorneuronen</li><li>Motorische banen</li><li>Kracht<li>Letsel van het centraal motorneuron:</li><li>Letsel van het perifeer motorneuron:</li><li>Letsels van de spieren:</li><li>Coördinatie</li><li>Tonus<li>Klinische hypotonie</li><li>Klinische hypertonie</li>