Neurobiologie Hfd 1 HC 1 20-4-2020 3 belangrijke principes wat betreft neuronen:
1. De neuron-doctrine, die inhoudt dat neuronen de basale eenheden zijn
van het zenuwstelsel en dat elk neuron een afzonderlijke cel is, niet
continu met andere neuronen. Dat lijkt nu vanzelfsprekend, maar het
heeft geduurd tot de ontwikkeling van de electronen-microscoop
voordat men dit definitief kon vaststellen.
2. Principe van de dynamische polariteit. Volgens deze regel loopt de
richting van de informatiestroom in een bepaald neuron vanaf het
receptieve deel naar de plaats waar de actiepotentiaal ontstaat en dan
langs het axon naar het présynaptische uiteinde.
3. Principe dat neuronale verbindingen specifiek zijn. Elke zenuwcel maakt
specifieke contacten met een bepaalde postsynaptische structuur.
Mens: 20,000 genen
6,000 in zenuwstelsel
8,000 zowel binnen als buiten zenuwstelsel
6,000 buiten zenuwstelsel
Mutatie ASMP fout in de ontwikkeling van de hersenen, eindigt met een
kleiner brein Hersenziektes:
Mentale retardatie
Depressie
Epilepsie
Autisme
ADHD/ADD
Shizofrenie
Neurodegeneratie
-Alzheimer’s (1 op de 10 mensen boven de 65 jaar)
-Parkinson’s
-Huntington’s
Omgevingsfactoren
-Alcohol,drugs
Huis komt overeen met breinstructuur mens, heeft ook een hippocampus en
neocortex. Ook kunnen genen gemakkelijk ge-knockt-out worden Spines: plekken waar zenuwcellen contact vormen, oftwel synapsen Neuron doctrine: Santiago R.Y. Cajal
Neuronen zijn discrete cellen en niet een continujum
Neuronen communiceren via gespecialiseerde contacten
Informatie gaat door het neuron in een bepaalde richting:
Dendrieten Soma Axon
Cellen in het brein Neuronen/ zenuwcellen
Elektische signalen over lange afstanden
Dmv elektische actie potentialen
Zonder verlies van signaalsterkte
Computatie:
Glia cellen (glia=grieks voor lijm)
Structurele steun
Metabole steun
Myeline schede om axonen
Immuunrespons
Stam cellen
Opbouw neuron:
Het cellichaam: soma
Dendriet: vormen vergroting van het receptieve oppervlak, extra
oppervlakte-vergrotingen via dendritic spines
Axon: geleid de actie potentialen
Divergentie: een neuron komt uit op
meerdere neuronen
--- hoge divergentie: een neuron
heeft veel outputs Convergentie: meerdere neuronen
komen uit op een neuron
--- hoge convergentie: een neuron
heeft veel inputs
Neuropil: alle stof tussen de cellen in,
gebied waar verbindingen worden gemaakt tussen dendrieten, en axonen
Alles wat niet het cellichaam is of gliacel, neurieten (dendrieten en axonen
behoren er ook bij)
Functionele classificatie neuronen: Afferente neuron: informatie van de periferie naar het CNS, sensibiel
Efferente neuron: informatie van het brein/ruggenmerg naar de periferie,
motorisch
Interneuron: Lokale circuit neuronen
Morfologie neuronen onderzoeken: Golgi kleuring of kleurstof injectie
Connectiviteit onderzoeken:
Lesies
Dye: Anterograad & Retrograad
Antilichaam kleuring
Brain imaging
Reporter genen
Anterograad: inspuiten in cellichamen, diffusie van cellichaam naar uitlopers
Retrograad: ingespoten bij synapsen dendrieten of axonen, diffusie van
zenuwuiteinden naar cellichamen Knock-out: gen eruit halen
Knock-in: gen erin zetten
Conditionele knock-out: tijdelijke knock-out, het erna weer uithalen Channelrhodoposins: kanalen die je kan gebruiken om cellen te activeren om
de actiepotentiaal te laten vuren of juist niet
Channelrhodopsin: licht activeert kanaal
Halorhodopsin: licht deactiveert kanaal
Striatal axons geactiveerd
door laser en axonen
uitlopers in substantias nigra
releasen GABA die inhiberen Brain imaging:
CT-scan
MRI: duidelijk zwart-wit verschil
KNIE-Pees reflex boek p 11
Glia cellen
Epydymal cells: line the ventricles of the brain and have cilia that
promote circulation of ther cerebrospinal fluid that fills these
compartments
Astrocytes: have numerous functions in the CNS. They facilitate
information transfer, regulate extracellulair ion concentrations, promote
blood flow to neurons, help form blood-brain barrier, and act as stem
cells to replenish certain neurons
Oligodendrocytes: myelinte axons in the CNS
Microglia: are immune cells in the CNX that protect against pathogens
Schwann cells: myelinate axons in the PNS