Samenvatting
inkomstenbelasting
Hoofdstuk 1
Inkomstenbelasting algemeen
Het Burgerservicenummer (BSN) is het nummer waaronder de Belastingdienst de belastingplichtige
registreert. Dit nummer wordt ook bij tal van andere overheidsdiensten gebruikt. Bij de
inkomstenbelasting moet de belastingplichtige over zijn belastbaar inkomen belasting betalen. Het
belastbare inkomen bestaat uit drie onderdelen (heffingsgrondslagen):
- belastbaar inkomen uit werk en woning = box 1
- belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang = box 2
- belastbaar inkomen uit sparen en beleggen = box 3
Per box wordt het inkomen berekend en vervolgens wordt ook per box afzonderlijk berekend
hoeveel inkomstenbelasting betaald dient te worden.
Bij sommige inkomsten moet je individueel belasting betalen. Bij sommige vormen van inkomen mag
je kiezen over welk deel van het je inkomen je belasting moet betalen (als je getrouwd bent,
geregistreerd partner bent of fiscaal partner bent). Dit geldt ook voor fiscale aftrekposten. Voor
fiscaal partnerschap moeten de partners ieder 18 jaar of ouder zijn en op hetzelfde adres wonen. Ze
moeten daarnaast aan een van de volgende eisen voldoen:
- een notarieel samenlevingscontract hebben
- samen een kind hebben
- het kind van de partner erkend hebben
- pensioenpartners zijn
- samen eigenaar zijn van de woning die het hoofdverblijf is
Ook kinderen kunnen als fiscaal partner van één ouder worden aangemerkt; zij moeten aan het begin
van het jaar dan wel ouder zijn dan 27 jaar.
Box 1
Deze box kent verschillende tarieven, bestaande uit belasting en premies volksverzekeringen. Voor
een deel wordt het draagkrachtbeginsel toegepast. Dat wil zeggen dat hoge inkomens meer belasting
moeten betalen: dit noemen we progressief tarief.
Schijf
Meer dan
Niet meer dan
Percentage
€34.712
37,35%
€34.712
€68.507
37,35%
€68.507
49,5%
Voor AOW-gerechtigden gelden deels andere tarieven. Over een deel van het inkomen van AOW-
gerechtigden hoeft namelijk geen premie AOW (volksverzekering) te worden betaald.
Box 2
Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang geldt voor personen die meer dan 5% van de aandelen in
een BV of NV hebben. Hier moet belasting betaald worden over dividend en verkoopwinst van de
aandelen.
Box 3
Hier moet de belastingplichtige over een fictief (aangenomen) rendement van 1,799% tot maximaal
5,33% over zijn vermogen 30% belasting betalen.
Heffingskortingen
Heffingskortingen zijn bedragen die je in mindering mag brengen op de te betalen belasting. We
noemen hieronder de verschillende kortingen en noemen bedragen voor personen die niet AOW-
gerechtigd zijn.
Algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting geldt voor iedereen met een belastbaar inkomen en bedraagt voor niet
AOW-gerechtigden €2711,- verminderd met 5,672% van het belastbaar inkomen uit werk en woning
boven de €20.711,-. Deze vermindering kan nooit meer zijn dan €2711,-. De algemene
heffingskorting kan dus dalen tot €0,-. Voor AOW-gerechtigden geldt een algemene heffingskorting
van €1413,- verminderd met 2,954% van het belastbaar inkomen uit werk en woning boven de
€20.711,-. Deze vermindering kan nooit meer zijn dan €1413,-.
Arbeidskorting
De arbeidskorting geldt voor belastingplichtigen die werk hebben verricht voor hun inkomen. De
maximale arbeidskorting bedraag €3819,- per jaar. Net als bij de algemene heffingskorting kan de
arbeidskorting dalen tot €0,-. De berekening van de arbeidskorting ziet er als volgt uit:
Meer dan
Niet meer dan
Arbeidskorting
€9.921
2,812% x arbeidsinkomen
€9.921
€21.430
€279 + 28,812% x (arbeidsinkomen - €9.921)
€21.430
€34.954
€3.595 + 1,656% x (arbeidsinkomen - €21.430)
€34.954
€98.604
€3.819 – 6% x (arbeidsinkomen - €34.954)
€98.604
€0
Voor AOW-gerechtigden bedraagt de maximale arbeidskorting €1989,-.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting
Buitenshuis werkende ouders die meer dan €5072,- inkomen uit tegenwoordige arbeid hebben,
hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Voorwaarde is dat zij een kind hebben
dat op 1 januari van het jaar jonger was dan twaalf jaar en minstens zes maanden tot het huishouden
behoort. De korting is maximaal €2881,- en geldt voor de minst verdienende fiscale partner of
alleenstaande ouder.
Jonggehandicaptenkorting (werknemer met Wajong uitkering)
De jonggehandicapten korting is €749,- per jaar.
Ouderenkorting
Voor AOW-gerechtigden met een gezinsinkomen (verzamelinkomen) onder de €37.372,- is er een
korting van €1622,- per jaar. Is het verzamelinkomen hoger, dan wordt de ouderenkorting
afgebouwd met 15% van het verzamelinkomen boven de €37.372,-.
Alleenstaande ouderenkorting
Voor AOW-gerechtigden met ouderenkorting en AOW voor ongehuwden is er de alleenstaande-
ouderenkorting; deze bedraagt €436,-.
Levensloopverlofkorting
Voor werknemers die gelden aanwenden uit levensloopregeling bestaat de levensloopverlofkorting;
maximaal €219,- per jaar. De werknemer mag maar bij één inhoudingsplichtige (dus werkgever) de
heffingskorting laten toepassen. Dit maakt hij kenbaar in de loonbelastingverklaring of
werknemersverklaring.
Korting voor groene beleggingen
Er is een korting van 0,7% van de vrijgestelde groene beleggingen.