Onderzoekspracticum inleiding data-analyse

Nederlandstalige, uitgebreide samenvatting van 'Onderzoekspracticum: inleiding data-analyse'.
24 pagina's, in puntjes beschreven.

Preview samenvatting (2 van de 24 pagina's)

Onderzoekspracticum inleiding data-analyse
THEMA 1: INLEIDING
1. Waarom wordt wetenschap beoefend?
Leren over de realiteit:
 Om het te begrijpen
 Om het naar onze hand te kunnen zetten
2. De empirische onderzoekscyclus
Empirisch onderzoek:
= onderzoek waarbij data worden verzameld
Fasen van de empirische onderzoekscyclus:
1) Onderzoeksvraag formuleren
2) Studie ontwerpen
3) Data verzamelen
4) Data analyseren
5) Rapporteren
Soms lopen deze fasen door elkaar.
3. Ethiek bij wetenschappelijk onderzoek
Ethische commissies:
 Afweging maken tussen kosten (zowel van geld als van psychische kosten
voor de deelnemers) en de opbrengsten
 Hoe deelnemers beschermen?
 Nagaan of anonimiteit is gewaarborgd
 Nagaan hoe er werd omgegaan met data tijdens het onderzoek
 Bij OU: cETO
Informed consent:
 = overeenkomst tussen onderzoekers en deelnemers, dat ze vrijwillig
meedoen aan het onderzoek en niets moeten doen dat ze niet willen doen
 Inhoud overeenkomst:
- Gelegenheid om achtergrondinfo te lezen
- Gelegenheid om vragen te stellen
- Gelegenheid om na te denken over deelname
- Gelegenheid om op elk moment te stoppen zonder consequenties en
zonder een reden te moeten opgeven
- Anonimiteit
Full Disclosure:
 = volledige openheid over het onderzoeksproces
moet voor iedereen toegankelijk zijn dus in het Engels of met woordenlijst
Datamanagement plan:
 Hoe wordt de data opgeslagen?
 Hoe worden ze geanonimiseerd?
 Wie krijgt toegang tot de niet-geanonimiseerde data?
 Hoe worden ze na afloop van het project langdurig opgeslagen?
 Hoe omgaan met metadata (data over de data, nodig om een databestand te
begrijpen)?

4. Verspreiding resultaten onderzoek
 17de eeuw: wetenschappelijke journals, beoordeeld door andere
wetenschappers voor publicatie
 Nu journals op het internet met veel meer informatie
5. Betrouwbaarheid en validiteit
Betrouwbaarheid:
 = mate waarin een meting bij herhaling hetzelfde resultaat oplevert, of dus de
stabiliteit van een meetinstrument over herhaalde metingen
 Gebaseerd op aanname dat wat gemeten wordt stabiel is
 Hoe minder meetfouten, hoe meer betrouwbaarheid
Validiteit:
 = mate waarin een meetinstrument meet wat het moet meten
 Komt het stukje realiteit binnen een onderzoek wel overeen met de realiteit in
de buitenwereld?
Samenhang van betrouwbaarheid en validiteit: