BIIC
ALGEMEEN HANDEL
1. Wat betekend typologie?
De typologie van Starreveld is bedoeld als raamwerk voor de interne beheersing. Het
geef een eerste richting aan het soort organisatie en de mogelijke aanknopingspunten
voor interne beheersing voor die organisatie.
2. Wat betekent randvoorwaarden?
Zijn de eisen waaraan moet worden voldaan om een specifiek proces plaats te kunnen
laten vinden. Ze geven de grenzen aan die men tijdens het uitvoeren van het proces niet
mag overschrijden en vormen zo een kader waarbinnen het proces plaats kan vinden.
Bij XXXXX is sprake van een gemengde (gedifferentieerde) typologie. Wat houdt
dit in en waarom is het van belang dit te onderkennen?
Dit houdt in dat er sprake is van verschillende typen opbrengstenstromen waarvoor
verschillende typologieën gelden. (2 punten) Dit onderscheid is van belang voor de manier
waarop de volledigheid van de opbrengstverantwoording kan worden gewaarborgd. (2 punten)
Voor de verschillende typologieën zullen verschillende typen beheersingsmaatregelen moeten
worden genomen. (2 punten)
3. Wat zijn attentiepunten?
“Risico’s” waardoor de kans op fouten wordt vergroot (vb. supermarkt: bederven).
4. Begroting: wat kenmerkt de begroting van de typologie (vb. per vestiging of afdeling).
5. Richtlijnen van het management:
“Spelregels” voor de medewerkers, om fouten te voorkomen (wat ze wel en niet
mogen/moeten).
6. Wat zijn automatisering?
Wat moet er geprogrammeerd zijn.
7. Procesbeschrijving: bij handel inkoop – voorraad – verkoop (herhaling leerjaar 1).
8. Risico’s + interne beheersingsmaatregelen (IBM’s): hoe breng ik het risico terug naar
een minimaal niveau → Uitwerking van de attentiepunten
9. Verbandcontroles (VBC’s): aansluiting maken tussen bijvoorbeeld verschillende
afdelingen of verschillende documenten als controlemiddel (achteraf).
10. Managementinformatie: controlemiddel om verbindingen verder op te volgen en de
processen te verbeteren.
Kritische succes factoren: Kritische succesfactoren zijn activiteiten en processen die
van essentieel belang zijn voor de mate waarin een bedrijf, organisatie of instelling
succesvol is om haar doelstellingen te realiseren. Een kritische succesfactor wordt vaak
gebruikt binnen het besluitvormingsproces en wordt getoetst door zogenoemde kritieke
prestatie-indicatoren (KPIs).
Om deze doelstellingen concreet en meetbaar te maken worden kritische succesfactoren in
combinatie met prestatie-indicatoren meetbaar gemaakt. Op basis van deze informatie kan de
organisatie vervolgens beoordelen of de prestaties, financieel dan wel niet-financieel,
‘succesvol’ zijn. De prestaties van het bedrijf worden vervolgens via vier perspectieven bekeken:
1. Financiële perspectief→ Realiseren van de omzetdoelstellingen, Het beheersen van
de directe en indirecte kosten, Verbeteren van de balansratio’s, Terugdringen van aantal
debiteurendagen
2. Interne processen→ Het verbeteren van het productieproces, Het terugbrengen van
het aantal recalls, Het verminderen van het aantal ICT-storingen, Vergroten van de
telefonische bereikbaarheid, Het verduurzamen van de bedrijfsvoering.
3. Klantperspectief→ Het vergroten van het marktaandeel, Het verhogen van de
effectiviteit van de verkoopdienst, Vergroten van de klanttevredenheid, Verbeteren van
beleefde prijs/kwaliteitsverhouding
4. Innovatieperspectief→ Leren, Nieuwe omzet uit innovaties vergroten, Het beter laten
doorstromen van intern managementtalent, Tijdig realiseren van verbeterprojecten
ERP staat voor Enterprise Resource Planning.
ERP brengt de automatische afhandeling van logistieke, administratieve en financiële
bedrijfsprocessen onder in één bedrijf breed informatie- en managementsysteem. Deze
geïntegreerde automatiseringsoplossing is bekend als ERP-software, ERP-pakket of ERP-
systeem. Waaruit bestaat een ERP-systeem?
ERP-software is bijna altijd opgebouwd uit standaard softwaremodules. Hiermee wordt een
configuratie samengesteld die volledig aansluit bij de specifieke automatiseringsbehoefte van
de organisatie. Aanvullende functionaliteiten, zoals customer relationship management (CRM)
en supply chain management, maken al deel uit van het ERP-systeem of kun je als externe
applicatie aan het ERP-systeem koppelen.
Voordelen ERP
De toepassing van ERP-software maakt je organisatie effectiever, efficiënter, sneller en
flexibeler. De beheersing van je bedrijfsproces wordt beter, doorlooptijden van orders verkorten,
de klantgerichtheid neemt toe, de voorraadkosten worden lager en de servicegraad stijgt.
Nadelen ERP
Je kunt het een nadeel vinden dat je organisatie, vanwege de bedrijfsbrede toepassing van het
ERP-systeem, afhankelijker wordt van dat ene systeem en de leverancier daarvan. Een nadeel,
dat tegelijk ook een voordeel kan zijn. Het betekent immers ook dat je met een ERP-systeem
ook nog maar één verantwoordelijke en één aanspreekpunt hebt voor je totale
bedrijfsautomatisering. Onderling getwist tussen softwareleveranciers over incompatibiliteit
voorkom je er dus mee. Mass customization is een marketing- en productietechniek die de flexibiliteit en maatwerk van
op maat gemaakte producten combineert met de lage eenheidskosten die gepaard gaan met
massaproductie. Mass customization verwijst naar het vermogen van een bedrijf om efficiënt massaproducten
te produceren die voldoen aan de individuele wensen en behoeften van de consument. ... Een
veelgebruikte manier om massa-aanpassingen uit te voeren, is een basispakket voor een
product aanbieden en klanten vervolgens een reeks functies bieden die ze kunnen toevoegen of
aftrekken.
HANDEL
Verkopen tegen contante betaling
Voorbeeld → supermarkten en warenhuizen
Aanknopingspunten
Goederenbeweging met voorraad administratie en inventarisatie. Goederenbeweging inkomend
en uitgaand is beheersbaar. Er kan verband gelegd worden tussen geld en goederenbeweging
→ waardekringloopmodel. Contant→ register Er is een sterk verband tussen de goederenbeweging en de geldbeweging bij
handelsorganisaties: beginvoorraad-goederen + ingekochte goederen –/- eindvoorraad
goederen = verkochte goederen Deze mutaties geven de basis voor een verband tussen afgifte goederen tegen verkoopprijs en
de ontvangst van geldbedragen.
De attentiepunten:
Inkoop: Contracten met korting of boeteclausules, Wisselende inkoopprijzen, Valuta Voorraad: Goederen beperkt houdbaar/incourante goederen en diefstal Verkoop: Kortingen per klant, Wisselende verkoopprijzen (o.m. vanwege acties), Verkopen in
vreemde valuta, Diefstal, Kasprocedures en Aanmaanprocedure.
Organisatorische randvoorwaarden
▪ Functiescheiding: CONTANT
Het is gewenst om volgens het oogpunt van interne beheersing de volgende te scheiden:
1. De primaire functies van inkoop en verkoop van goederen→ beschikkende functies
2. Het verkopen en afrekenen van goederen → beschikkende functie
3. Bewaren en innen van geldmiddelen/ goederen/ factuurgegevens → bewarende functies
4. Het inventariseren van kasgeld→ controlerende functie (secundaire)
5. Registreren van alle transacties/ activiteiten→ registrerende functies
6. Het toezien op de kassabetalingen te scheiden → controlerende functies
Door deze verdeling te doen, is het beter om controle hierover te hebben over goederen en
geld.
▪ Begroting:
Als eerste wordt de verkoopbegroting opgesteld (meerjarenplan). Deze wordt opgesteld vanuit
de verkoopschattingen die de organisatie heeft. Vanuit de verkopen wordt het activiteitenniveau
bepaald. Op basis van verkoopverwachtingen wordt de omvang van de aan te houden
voorraad bepaald en de omvang van de inkopen. Voor het opstellen van deze begroting heeft
de organisatie informatie over verkoopgegevens van vorige jaren, marktontwikkelingen en
seizoensinvloeden nodig. Op basis van de verkoopbegroting wordt de inkoop en
voorraadbegroting opgesteld. Per afdeling/ filiaal/ vestiging. Specifiek voor deze handelsorganisaties is dat ze in de begroting rekening dienen te houden
met eventuele verliezen vanwege kasverschillen en diefstal van in de winkel uitgestalde
goederen. Kasgeld en goederen zijn beide diefstalgevoelig en lopen dus een risico. Hiervoor
hanteert de organisatie een opslag id verkoopprijs. Deze omvang is afhankelijk vd omvang vh
kasgeld en de waarde v.d. goederen die worden verkocht. ▪ Richtlijnen van het management:
Deze organisaties zullen specifiek richtlijnen opstellen m.b.t. het omgaan met kasgeld en het
bewaken v.d. te verkopen goederen. Hierbij zal het managementrichtlijnen opstellen met
betrekking tot:
-
De maximale hoeveelheid kasgeld die aanwezig mag zijn in kassa’s;
Het accepteren van kasgeld;
De afdracht v.h. kasgeld dor de kassamedewerkers ad kassier.
De kassaprocedure
Het uitstallen en bewaken v.d. goederen die door de organisatie worden verkocht
Wie mag kasgeld tellen en wanneer
Document Outline
ALGEMEEN HANDEL
HANDEL
Aanknopingspunten
De attentiepunten:
Organisatorische randvoorwaarden
Processen
Verbanscontrole
Risicomatrix
HANDEL
Aanknopingspunten
De attentiepunten:
Organisatorische randvoorwaarden
Processen
Verbanscontrole
Risicomatrix
PRODUCTIE
Aanknopingspunten
Attentiepunten
o Organisatorische randvoorwaarden
Processen
Verbanscontrole
Risicomatrix
PRODUCTIE
Aanknopingspunten
Attentiepunten
o Organisatorische randvoorwaarden
Processen
Verbanscontrole
Risicomatrix
PRODUCTIE
Aanknopingspunten
Processen
Verbanscontrole
Risicomatrix
PRODUCTIE
Aanknopingspunten
Attentiepunten
Risicomatrix
Processen
Verbanscontrole
DIENSTVERLENING MET EEN BEPERKTE GOEDEREN BEWEGING
Aanknopingspunten
Attentiepunten
Processen
Verbandscontrole
Risicomatrix
OVERHEID EN NIET-COMMERCIELE ORGANISATIES
Aanknopingspunten
Attentiepunten
Risicomatrix
Processen
Verbanscontrole