Samenvatting NCOI Belastingrecht met leerdoelen alle 5 lessen

Dit is een complete samenvatting die is gemaakt n.a.v. NCOI HBO belastingrecht 2020 3 maanden programma. Alles dat belangrijk is voor het tentamen staat er in en in in de klas besproken. Met enkele examenvragen en gekoppelde leerdoelen. Ik heb geprobeerd het allemaal zo overzichtelijk mogelijk te maken.

Preview samenvatting (3 van de 35 pagina's)

lOMoAR cPSD| 2668334
NCOI
Samenvatting + leerdoelen + enkele
examenvragen
Belastingrecht
December 2020
lOMoAR cPSD| 2668334
Inhoud
1. Loonbelasting ................................................................................................................................ 3
2. Dienstbetrekkingen ...................................................................................................................... 3
3. Inhoudingsplichtige ...................................................................................................................... 4
4. Loonbegrip belastbaar loon ........................................................................................................ 5
5. Pensioen ........................................................................................................................................ 6
6. Verschuldigde loonbelasting ....................................................................................................... 6
7. Loonbelastingtabellen .................................................................................................................. 7
8. Tarief .............................................................................................................................................. 8
............................................................................................................................ 9
9. Staken .......................................................................................................................................... 10
.................................................................................................................... 13
11. VPB ............................................................................................................................................ 15
.................................................................................................................... 18
13. Box 1 winst uit onderneming .................................................................................................. 19
14. Vrijstellingen .............................................................................................................................. 21
.................................................................................................................... 26
16. Inhoudingsplichtige .................................................................................................................. 27
17. Vrijstellingen valt niet onder loon ........................................................................................... 28
18. Pensioen .................................................................................................................................... 29
..................................................................................................................... 30
..................................................................................................................... 33
lOMoAR cPSD| 2668334
1. Loonbelasting Loonbelasting is in beginsel een voorheffing op de inkomstenbelasting. Zowel voor als eindheffing.
Voorheffing: de werknemer mag de als (pseudo)eindheffing geheven loonbelasting niet als
voorheffing verrekenen met de door hem verschuldigde inkomstenbelasting (art. 9.2 lid 1 letter A wet
IB).
Loonheffing: gezamenlijke heffing van loonbelasting en premie volksverzekeringen.
Eindheffingsregeling: de inhoudingsplichtige neemt de verschuldigde loonbelasting voor zijn
rekening en treedt op als belastingplichtige.
Werkkostenregeling: ter vervanging van vrije vergoedingen en verstrekkingen.
2. Dienstbetrekkingen Eerst toetsen of er sprake is van een privaat of publiek rechterlijk dienstbetrekking is. Pas daarna
fictief of oneigenlijke dienstbetrekking.
1. Publiek rechterlijke dienstbetrekking: berust niet op een arbeidsovereenkomst maar op een
aanstelling of benoeming.. Bijv. burgemeester, Commissaris van de Koning. Gemeenteraadslid niet
zie wordt op een democratische wijze gekozen.
2. Privaatrechtelijke dienstbetrekking: Overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt in dienst
van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
Arbeidsovereenkomst drie voorwaarden:
- Er moet sprake zijn van een gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer.
- De werknemer is verplicht om gedurende zekere tijd persoonlijk arbeid te verrichten voor de
werkgever.
- De werkgever is verplicht om de werknemer te belonen.
Gezagsverhouding is bevoegd om opdrachten en aanwijzingen te geven.
3. Fictieve dienstbetrekking: hoeft geen loonbelasting te worden ingehouden en afgedragen Bijvoorbeeld
- Aanneming van werk: bepaald werk persoonlijk tegen bepaalde prijs, werk van stoffelijk aard, bijv.
schilderen (art. 3 lid 1 letter a en b)
- Stagairs: om vakbekwaamheid op te doen. (art. 3 lid 1 letter E wet lb)
- Meewerkende kinderen: kinderen >15 jaar werkzaam bij ouders als er geen sprake is dezelfde
arbeidsvoorwaarden als rest van het personeel. (art. 3 lid 1 letter f wet lb)
- Commissarissen: bestaat geen gezagsverhouding. (art. 3 lid 1 letter g wet LB).
- Aanmerkelijkbelanghouder: degene die arbeid verricht voor de vennootschap waarin hij of zijn
partner een aanmerkelijk belang heeft is voor de wet LB altijd in een dienstbetrekking werkzaam.
Dit kan echt deinstbetrekking zijn (bestuurder formeel onder gezag van de alg. vergadering van
aandeelhouders) of fictief dienstbetrekking. >5% geplaatst kapitaal bezit op recht heeft om te
kopen. Ook de fiscaal partner kan hieronder vallen.

-Gelijkgesteldenregeling: iemand die in maatschappelijk opzicht gelijk gesteld kan worden met een
echte werknemer. Dit is een vangnetbepaling
- Niet in (fict.) dienstbetrekking werkzaam is.
- Arbeid persoonlijk verricht.
- Min. 2 dagen per week arbeid verricht.
- Tenminste 40% van het wettelijk brutominimumloon per week verdient.