Romeins Recht week 1: persoonlijke rechten Het moderne recht gaat uit van subjectieve rechten, ‘’rights receive remedies’’, en de
Romeinen gingen uit van rechtsvorderingen, ‘’remedies receive rights’’, volgens hun heb je
dus alleen recht ergens op als het op de muur stond. Alles wat hierin wordt gezegd geldt voor het Romeinse recht, niet het moderne recht.
Uitzonderingen worden vermeld. Bij opvolging onder algemene titel (erfopvolging) zie je niet goed het verschil tussen zakelijk
en persoonlijk recht. Bij opvolging onder bijzondere titel (bv verkoop) wel. Zakelijk recht kun
je tegenover iedereen handhaven, een persoonlijk recht niet. Huur is een persoonlijk recht,
erfpacht daarentegen een zakelijk recht. Subjecten zijn degene die de overeenkomst
tekenen, het object is de prestatie. Aan de actieve zijde staat de crediteur/schuldeiser. Aan
de passieve zijde staat de debiteur/schuldenaar. Betaling aan en door derden
Betaling aan derden
Je kan alleen betalen aan je eigen crediteur, of in opdracht van de crediteur. Crediteur kan
betaling ook achteraf bekrachtigen maar in beginsel wordt alleen aan de eigen crediteur
bevrijdend betaald! Te goeder trouw betalen bestaat dus niet in romeins recht. Betaling door derden
Dit kan wel. Behalve bij ‘’hoogstpersoonlijke verbintenis’’ (zanger bv). Alternatieve verbintenis
Verbintenis die ‘vaag’ is. Het object is later bepaalbaar. Kan gaan om 2 of meer
gelijkgeschakelde prestaties. Er kan een termijn worden gesteld voor specificeren van de
verbintenis. Keus ligt bij debiteur, crediteur of derden. Bij onmogelijk worden van 1 van de 2
prestaties door overmacht verandert de verbintenis in een gewone, enkelvoudige
verbintenis. (Denk aan koop van veulen van bepaalde merrie, merrie krijgt 2 veulens, welke
van de 2 veulens je dan krijgt is nog niet exact bepaald.) Facultatieve verbintenis
De verbintenis is in dit geval wel duidelijk maar de betaling is ook mogelijk door een andere
prestatie. Het gaat dus gewoon om een enkelvoudige verbintenis. Debiteur kan aan deze
verbintenis ontkomen door een andere prestatie te verrichten. Keuze ligt bij hem. Bij
onmogelijk worden van de oorspronkelijke prestatie door overmacht gaat de verbintenis
teniet.
(Denk hierbij bijvoorbeeld aan noxale aansprakelijkheid; door geven huisdier gaat
verplichting tot schadevergoeding teniet.) Aansprakelijkheden
Noxale aansprakelijkheid houdt in dat als je hond bijt dat je dan ook bevrijdend betaald hebt
als je de hond als ‘cadeau’ geeft. Hoofdelijke aansprakelijkheid is wanneer je ergens samen
aansprakelijk voor bent. Ieder is dan voor het geheel aansprakelijk maar krijgt vordering op
de ander. Hoofdelijkheid kan zowel aan kant van de debiteur als aan kant van de crediteur.
Deelbare verbintenissen worden bij overlijden van rechtswege verdeeld! Dus stel A overlijdt
en had een schuld bij D. B en C zijn erfgenamen van A. Beiden zijn dan 2500 verschuldigd
aan D. Ondeelbare verbintenissen blijven intact en leiden tot hoofdelijkheid.
week 2: invloed van de wil van partijen
Rechtsfeiten en rechtshandelingen
Blote rechtsfeiten zijn bv geboorte en overlijden. Dan heb je nog rechtshandelingen (beoogd
rechtsgevolg) en feitelijke gedragingen (niet-beoogd rechtsgevolg). Verbintenissen uit delict
waren niet overerfbaar. Alleen de vader had rechtspersoonlijkheid, kinderen kregen dit pas
wanneer hij overleden was. Vanaf 7 jaar ‘’onvolwassene’ . Meisjes vanaf 12 jaar volwassene
en jongens vanaf 14 jaar. ‘’Geveinsde rechtshandelingen’ , zoals het verkopen van een stuk
land voor 1 euro waren nietig, net als rechtshandelingen in strijd met de goede zeden. Wilsgebreken
Er bestond geen vertrouwensbeginsel. De koopovereenkomst komt bij een gebrek aan het
product niet eens tot stand. Dan is er namelijk geen consensus en zonder consensus geen
contract. Het contract was dan dus nietig. Romeins recht kent dus geen ‘dwaling’ zoals wij
dat kennen maar een andere vorm (volgens hen heeft er namelijk nooit een contract
bestaan). Onder dwang & bedrog was de koopovereenkomst wel geldig maar vernietigbaar.
Bij scherts (=een grapje) is er geen sprake van een echte wil en dus ook niet van een
rechtshandeling en dus wordt overeenkomst als nietig gezien. Misbruik van omstandigheden
bestaat niet in romeins recht. Het derdenbeding
Er ontstaat geen geldige overeenkomst wanneer jij deze maakt voor een ander.
Bijvoorbeeld: jij maakt een ster voor mijn buurman. Maar let op! Wanneer er een
boetebeding wordt opgenomen, ‘’als je dat niet voor hem doet betaal jij mij 500 euro’’ dan
kunnen we wel iets voor een ander afspreken. Dan heb je er namelijk een eigenbelang bij en
is de overeenkomst geldig. Afspraken werken echter wel alleen tussen de contractspartijen.
De buurman kan zich dus niet op de overeenkomst beroepen.
Voorwaarde en termijn
Voorwaarde: een toekomstige, onzekere gebeurtenis bv ‘’als het morgen
regent/tenzij je zakt’ .
Een tijdsbepaling of termijn: een toekomstige, zekere gebeurtenis bv ‘’na 1 mei/ tot
mijn dood’’. Werking
Betaling hangende een opschortende termijn is verschuldigd, hangende een
opschortende voorwaarde onverschuldigd.
Geen terugwerkende kracht van ontbindende voorwaarde of ontbindende termijn:
werking ex nunc. Uitzondering: 1. vervalbeding (= binnen 2 dagen betalen), 2.beter
bod binnen een bepaalde tijd en 3. een beding koop op proef hebben terugwerkende
kracht.
week 3: de structuur van het contractenrecht
Gesloten stelsel
Het romeinse recht kent, in tegenstelling tot het nederlandse recht, een gesloten stelsel van
contracten. Elk contract kent namelijk eigen vereisten en totstandkoming gebeurt door
wilsovereenstemming + iets anders (met uitzondering van consensuele contracten). Elk
contract kent ook zijn eigen remedie (bv sv).
Indeling van het contractenrecht
Er zijn 4 verschillende indelingen die kunnen worden gemaakt:
1. benoemde (koop, huur) overeenkomsten en onbenoemde overeenkomsten
2. wijze van totstandkoming
3. aantal verbintenissen dat er uit voortvloeit (rechtsgevolgen)
4. rechtsregime; goede trouw of streng recht
1. Benoemde overeenkomsten en onbenoemde overeenkomsten
……………...
2. Wijze van totstandkoming
door enkel wilsovereenstemming (consensueel contract)
door een wilsovereenstemming + prestatie (onbenoemd contract en reële
contracten)
door een wilsovereenstemming + vormelijke bewoordingen (verbaal contract)
3. Aantal verbintenissen dat eruit voortvloeit (rechtsgevolgen)
wederkerig (bv huurovk)
onvolmaakt wederkerig (ovk van opdracht; er ontstaat een nieuwe
verbintenis)
eenzijdig
4. Rechtsregime
beoordeling naar goede trouw (koop & huur, maatschap, lastgeving,
bruikleen, bewaargeving en pand)
beoordeling naar streng recht (onbenoemde contracten, verbruikleen en
stipulatie) Exceptio doli (beding) stelt rechter in de gelegenheid toch
omstandigheden van het geval mee te wegen.
Consensuele contracten
Door enkel een wilsovereenstemming.
Koop & verkoop
Huur & verhuur (arbeidscontract is huur!!)
Maatschap
Lastgeving