Aardrijkskunde H. 2 samenvatting 5 vwo
Paragraaf 1
Grootste deel van de aardkorst wordt gevormd door oceaanbodem.
Deze ligt gemiddeld 4 kilometer lager dan de continentale korst. Dit
wordt veroorzaakt door een samenstelling van de soorten.
Oceaanbodem bestaat vooral uit basalt. Het heeft een hoge
dichtheid en is veel zwaarder dan andere gesteenten.
Continentale korst bestaat vooral uit graniet. Dit is lichter dan basalt.
Hierdoor zakt de oceanische korst dieper weg in de aarde dan de
continentale korst.
De aardkorst drijft op de aardmantel.
Bij continenten en de oceaanbodem zijn er grote hoogteverschillen.
Als je bij de Atlantische Oceaan kijkt, zit er in het midden een soort
onderwatergebergte, de midoceanische rug. Het is hier minder diep
dan elders. Ook zijn er diepe kloven, deze diepzeetroggen kunnen
kilometers diep zijn.
Om de binnenkant van de aarde te bepalen gebruiken we scans
van de aarde. Er wordt gebruik gemaakt van trillingen die bij elke
aardbeving dwars door de aarde gaan en overal ter wereld kunnen
worden opgevangen en geregistreerd. De snelheid en de richting
worden beïnvloed door de eigenschappen van gesteente, zoals de
temperatuur, dichtheid en vloeibaarheid. Door deze te vergelijken
en te analyseren kunnen ze bepalen hoe de aarde van binnen is
opgebouwd.
Onderdelen van systeem aarde:
Lithosfeer: koud, sterk en rigide, vast gesteente, reliëf,
bodems en het bovenste deel van de mantel (ong. 100 km
dik), tot vloeibare asthenosfeer.
Atmosfeer (dampkring): dus lucht (CO2,, NO2)
Hydrosfeer: water( damp), ijs, sneeuw, zeestromen
Biosfeer: levende natuur
Antroposfeer: deel van de aarde waar de mens veel invloed op uitoefent
2 soorten korst, kunnen op 1 plaat voorkomen:
Oceanische korst
Continentale korst
Tot 8 km dik
30 – 70 km dik
Stollingsgesteente
Stollingsgesteente
Uitvloeiingsgesteente
Diepte en ganggesteente
Basaltisch (basisch of mafisch)
Graniet, zuur (felsisch)
Donker en zwaar
Lichter, meer kleuren
Olivijn, amfiboolmineralen
Kwarts, veldspaat, mica kristallen
Hoog soortelijk gewicht
Lager soortelijk gewicht
2800 tot 3300 kg/m3
2700 – 2800 kg/m3
Bedekt door sediment van contineten
Continentale korst is veel lichter dan de oceanische korst. Een zwaardere (oudere) plaat zinkt altijd onder de lichtere
(jongere) plaat.
Hoe dieper de aarde, hoe warmer het wordt en de dichtheid van de gesteenten toeneemt.
Paragraaf 2
Aardkorst is verdeeld in platen. De grenzen tussen de platen zijn seismisch bepaald: smalle zones met aardbevingen
vormen de grenzen tussen de aardplaten. De meeste aardplaten bestaan uit zowel continent als oceaanbodem. Doordat
de platen als een legpuzzel in elkaar passen, zal een beweging op de ene plaats gevolgen hebben op andere plaatsen. De
volgende typen bewegingen worden daarom onderscheiden:
1. Divergente plaatgrenzen: 2 platen bewegen uit elkaar. Ontstaat een scheur in de
aardkorst die wordt opgevuld met lava. Door het stollen ontstaat een nieuwe
oceaanbodem, die op deze manier langzaam aangroeit vanuit de midoceanische rug,
ook wel de spreidingszone genoemd.
2. Transforme plaatgrenzen: twee aardplaten bewegen langs elkaar. Twee aardplaten
die in tegengestelde richting bewegen of twee aardplaten die met verschillende
snelheden in dezelfde richting bewegen.
3. Convergente plaatgrenzen: 2 aardplaten botsen tegen elkaar. Wanneer een stuk
oceaanbodem botst op een stuk continent, duikt de zwaardere oceaanbodem plaat
onder het continent de mantel in. Dit proces heet subductie. Op de grens ontstaan de
diepzeetroggen.
Subductie een plaat duikt onder de andere plaat.
Oceanische plaat duikt altijd onder continentale plaat oceanische plaat
smelt magma stijgt omhoog ontstaan van vulkanisch gebergte.
Twee oceanische platen botsen op elkaar ze zijn niet altijd even zwaar hoe ouder de plaat is, hoe
zwaarder de plaat is daarna vindt subductie plaats.
Continentale collisie:
Leidt tot bergen
Platen zijn even zwaar
Divergentie breuken ontstaan van nieuwe platen.
Subductie afbreken van platen.
Aangroeien van oceaanbodem wordt gecompenseerd
door het verdwijnen van oceaanbodem bij een
subductiezone. Oceaanbodem ontstaat en verdwijnt
weer, terwijl de continenten blijven bestaan en zelfs
aangroeien. Dit komt doordat de continenten boven de
oceaanbodem blijven. Dit gebeurt dankzij het proces
van subductie. Een deel van het wegduikende basalt
wordt samen met water omgesmolten tot een nieuw,
lichter, gesteente, dat opstijgt en wordt toegevoegd aan
het continent.
De snelheden waarmee de platen jaarlijks bewegen verschillen en zijn met behulp van satellieten goed te bepalen. Deze
verschillen in snelheid hebben ervoor gezorgd dat men niet zeker weet welk mechanisme de plaatbeweging aandrijft. De
theorie van convectiestromen is populair. De platen bewegen hierbij mee op de stroming van het magma in de mantel.
Het bestaan van conventiestromen is echter nog nooit aangetoond. Er ontstaat ook een duwkracht als gevolg van lava
dat op deze plek uit de aarde vloeit. Deze duwkracht zorgt er samen met de zwaartekracht voor dat de oceanische plaat
in beweging komt. bij subductie wordt de oceaanbodem door het gewicht naar beneden getrokken. Als gevolg hiervan
ontstaat een trekkracht op de rest van de oceanische plaat.