NEDERLAND IN DE GOUDEN EEUW.
(In het tijdvak van Regenten en Vorsten).
De Gouden Eeuw is de 17e eeuw (1600-1700). Vaak gebruikt men ook de jaren 1585 en 1672 om deze
eeuw af te bakenen. In 1585 was de val van Antwerpen en in 1672 was het Rampjaar.
Bij de Val van Antwerpen kwam Antwerpen in Spaanse handen. De Hollanders en Zeeuwen
blokkeerden de Schelde, de toegang tot Antwerpen, zodat de stad niet meer te bereiken was. Vele
kooplieden verlieten nu Antwerpen en trokken naar de noordelijke Nederlanden, vooral naar
Amsterdam. Zij deden dit vanwege 2 redenen:
- Ze konden hun beroep niet meer uitoefenen door de blokkade/geen winst meer maken.
-Ze mochten hun geloof (als ze protestants waren) niet meer uitoefenen van de katholieke
Spanjaarden.
In het Rampjaar werd de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden (zoals Nederland toen heette)
aangevallen door Frankrijk, Engeland en de bisdommen van Keulen en Münster. Toen begon de
‘achteruitgang’ van de economie.
Waardoor maakte Nederland zo’n geweldige economische bloei door tijdens deze Gouden Eeuw?
1) Door de bloeiende handel (de moedernegotie (=de graanhandel met het Oostzeegebied), de VOC
en de WIC).
2) Door de hele moderne landbouw (door veel specialisatie, commercialisatie (=dat men produceert
voor de handel en niet slechts voor eigen of plaatselijk gebruik) en vele nieuwe technologische
uitvindingen, zoals de molengang, de houtzaagmolen, etc).
3) Door de bloeiende nijverheid. (Scheepsbouw, touwslagerijen, zeilmakerijen, houtzagerijen,
textielnijverheid in Leiden, suikerraffinaderijen, tabaksspinnerijen, etc.).
4) De rol van Amsterdam als stapelmarkt en financieel centrum van de wereld. Behalve heel veel
pakhuizen, beschikte Amsterdam ook over een wisselbank, een koopmansbeurs en een bank van
lening.
5) Doordat andere landen op dat moment nog allerlei interne problemen hadden of nog geen
concurrentie konden geven.
6) Doordat Nederland op politiek/militair gebied heel sterk was (m.n. een sterke vloot) en allerlei
economische voordelen kon afdwingen.
7) Technologische uitvindingen zoals het fluitschip, de molengang en de houtzaagmolen.
Hoe zien we de weerslag van die economische bloei in het dagelijks leven en wat zien we er nu nog
van terug?
- In de bouwkunst in de prachtige huizen die door de kooplieden werden gebouwd (o.a. aan
de Vecht, maar heel bekend zijn ook de grachtengordels die in de 17e eeuw in Amsterdam
werden aangelegd: De Herengracht, de Prinsengracht en de Keizersgracht) en in het paleis
op de Dam in Amsterdam.
- In de schilderkunst uit die tijd (o.a. Rembrandt, Jan Steen, Frans Hals, Vermeer).
- De wetenschap (de rechtsgeleerde Hugo de Groot (het orakel van Delft), Christiaan Huygens
(‘onze’ Nederlandse Leonardo da Vinci), Antonie van Leeuwenhoek (microscoop), etc.)
- In de literatuur (Cats en Vondel).
- In de aantrekkingskracht die de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden had op
buitenlanders. Vele immigranten kwamen naar de Nederlanden.