Pedagogiek: Actief leren - Jonge kind

In deze samenvatting kun je alle kennis vinden die jij nodig hebt om je voor te bereiden op de Pedagogiek toets over het jonge kind. In deze samenvatting zijn hoofdstuk 1 t/m 5 over het jong kind samengevat en hoofdstuk 2 en 8 van actief leren.

Preview samenvatting (2 van de 20 pagina's)

Actief leren
Positieve interacties tussen volwassenen en kinderen Hoofdstuk 2
Elkaar ondersteunen
Actief leren is een sociaal interactief proces. Het belangrijk dat de volwassenen en kinderen elkaar
ondersteunen en elkaar op een positieve manier behandelen. Actief leren is een belangrijke
voorwaarde voor het ontwikkelen van de sociale emotionele, intellectuele en fysieke kennis. Erik Erikson (Psychoanalyticus)
Het zelfbewustzijn van een kind ontwikkeld zich door interacties. Kinderen doorlopen hierbij drie
belangrijke kenmerken van de sociale- emotionele ontwikkeling. Dit zijn:
Vertrouwen versus wantrouwen
Autonomie versus schaamte en twijfel
Initiatief versus schuld

John Bowlby / Mary Ainsworth (Psychoanalyticus)
Bij deze stappen van sociale- emotionele ontwikkeling is het belangrijk dat de kinderen een band
aangaan. Doormiddel van een band aan te gaan met de ouders en verzorgers leert een kind:
Het invoelend vermogen
Kunnen meevoelen met andere
Probleemoplossend denken
Speelsheid en sociaal gevoel

Als de sociale band goed is en het kind gehecht is aan zijn ouders/verzorgers, dan is het kind instaat
om een eigen identiteit te vormen. Bouwstenen menselijke relaties
Vertrouwen
Zelfstandigheid
Ondernemingszin (initiatief)
Invoelend vermogen (empathie)
Zelfvertrouwen

Aanpak om met kinderen om te gaan
Laisser faire: ‘Laat maar waaien’ De sfeer wordt vooral door de kinderen bepaald. De
kinderen bepalen zelf wat ze willen doen en hoe zij dat willen doen. De kinderen schakelen
de leerkracht in wanneer dat nodig is. Sommige kinderen vinden het lastig om hier mee om
te gaan en raken juist erg gefrustreerd.
Directief: De volwassenen beheren wat er gaat gebeuren. Zij beheren het dagschema en de
activiteiten. Het aanleren van kennis en vaardigheden is het doel. De sfeer is gunstig voor
kinderen die het prettig vinden om activiteiten opgedragen te krijgen. Kinderen die niet stil
kunnen zitten of moeite hebben met veel kaders, zullen meer moeite hebben bij deze
aanpak.
Ondersteunend: De volwassenen en kinderen delen het zeggenschap over het onderwijs- en
het leerproces. De volwassenen zorgen voor evenwicht in vrijheid (laisser faire) en kaders
(directief). Er wordt gezorgd voor een ordelijke leeromgeving, waarbij alle interesses van de
kinderen aanbod komen.

Een positieve sfeer creëer
Vijf basiselementen voor een positieve sfeer die volwassenen toe kunnen passen:
De zeggenschap met kinderen delen
Uitgaan van de sterke kanten van de kinderen
Oprechte relaties met hen aangaan
Hun spel ondersteunen
Een probleemoplossende benadering hanteren bij het omgaan met conflicten

Speelleren, buiten spelen en de overgangen tussen activiteiten
Hoofdstuk 8 Kenmerken van speelleren
Tijdens de kleine kring en de grote kring neemt de leerkracht het initiatief. Er worden activiteiten
aangeboden die aansluit op de interesses van kinderen die in aanmerking komen met de doelen /
sleutelvragen. Speelleren biedt ook mogelijkheid tot sociale omgang. Speelleren in de kleine groep
Voor een langere periode wordt er gewerkt met de zelfde groep kinderen, die begeleidt worden door
dezelfde volwassenen. De volwassenen biedt de activiteit aan en de kinderen kunnen op hun eigen
tempo aan de slag met het materiaal. Het is belangrijk dat dit een in veilige sfeer gebeurt. Dit zorgt
voor meer vertrouwen, autonomie en initiatief. Waarom het werken in een kleine kring belangrijk is
Aansluiten bij de behoefte van de kinderen
Aansluiten bij de interesses van de kinderen
Kinderen leren omgaan met nieuwe materialen
Kinderen observeren en leren kennen

Tijdens de kleine kring spelen de kinderen niet met elkaar of zij aan zij aan elkaar. De kinderen
reageren op elkaar. Dit zorgt voor interactie, waarbij de sociale- vaardigheden ontwikkeld worden.
De leerkracht kan de kinderen bij de kleine kring dagelijks observeren om te kijken hoe het proces
verloopt en hoe de kinderen zich ontwikkelen. Tijdens de kleine kring zijn kinderen aan het onderzoeken, spelen en aan het praten over materiaal.
De leerkracht legt een probleem voor en de kinderen lossen het probleem op. De rol van de volwassenen bij speelleren in de kleine groep
Volwassenen ondersteunen kinderen door:
Hun eigen visie op leren onder de loep te nemen
Na te denken over de samenstelling van de groep
Van tevoren activiteiten te bedenken
Goede voorbereidingen te treffen voordat de kinderen komen
Een start te maken met de activiteit
De ideeën van de kinderen en de manier waarop ze het materiaal gebruiken te ondersteunen
De activiteit af te sluiten