<b>Samenvatting: hoofdstuk 9 - het voorlichtingsgesprek <br/>Boek: De verpleegkundige als communicator <br/>Bladzijden: blz. 155 t/m 168 </b>Hoofdstuk 9 - het voorlichtingsgesprek <br/>9.1 - Voorwaarden voor effectieve voorlichting <br/> De voorlichting moet aansluiten bij het referentiekanker en de copingstrategie van de <br/>patiënt. <br/> De verschillende disciplines hun voorlichting op elkaar hebben afgestemd. <br/> Er is aandacht voor de relationele aspecten in het contact tussen de verpleegkundige <br/>en de patiënt. <br/> Onder voorlichting wordt verstaan: Een planmatige leer- en/of communicatieproces <br/>met een gericht doel, dat in samenspraak met de patiënt wordt geformuleerd om <br/>zodanige veranderingen in kennis, inzicht en vaardigheden en gedrag te <br/>bewerkstellingen dat een gunstige invloed op het geneesproces en het omgaan met <br/>(restanten van) ziekte verwacht mag worden. <br/> <br/>9.1.1 - Afstemming voorlichting op referentiekader <br/>Coping strategieën <br/> Twee strategieën: de vermijders en de toewenders. <br/> Vermijders: dit zijn patiënten die als ze met in hun beleving dreigende situaties <br/>worden geconfronteerd, proberen te vermijden om hieraan te denken. Deze patiënten <br/>willen en moeten wel geïnformeerd worden, maar gedoseerd of kort van tevoren. <br/> Vermijding: is niet hetzelfde als de afweer waarover gesproken wordt. <br/> De toewenders: willen juist wel kijken en ze willen over alles tekst en uitleg. Dit zijn <br/>patiënten die zo veel mogelijk informatie willen om zich zo goed mogelijk op een <br/>nieuwe (bedreigende) situatie voor te bereiden. Voor vrijwel alle procedures <br/>gelden ook weer uitzonderingen. Verpleegkundige geven soms juist minder <br/>informatie of alleen algemeenheden. Hierdoor gaat de patiënt juist meer zorgen <br/>maken, omdat zijn copingstrategie genegeerd wordt. <br/> Het is niet zo dat de ene strategie beter is dan de andere strategie! <br/> <br/>Het verwerken van informatie <br/> Het doel van informeren betreft het verkrijgen van toestemming voor (ingrijpende) <br/>behandelingen (informed consent) Wet WGBO <br/> Verwerkingsvragen staan op de voorgrond in een gesprek. De patiënt probeert ze <br/>te realiseren wat deze diagnose voor hem en zijn situatie betekent. <br/> In dit stadium is het juist belangrijk dat de informatie kort en gedoseerd in <br/>verschillende contactmomenten wordt aangeboden. <br/> Drie hoofdvoorkeuren voor aangeboden informatie: Via het zien, via het gehoor of via <br/>het ervaren. <br/>1. Via het zien - Zij hebben echter veel baat bij schriftelijk voorlichtingsmateriaal, <br/>waarin alles zwart-op-wit staat, en kunnen dit voorgaand ook toepassen op hun eigen <br/>situatie. Bij het aanleren van handelingen zijn ze vaak goed in staat om te <br/>imiteren wat de verpleegkundige voordoet. Ze blijven de handeling voor zich zien. <br/>2. Via het gehoor - Geschreven informatie is voor hen al snel abstract, waardoor ze <br/>het vaak nauwelijks lezen. Mondelinge aanwijzingen of informatie wordt juist heel <br/>goed onthouden. Vaak zijn deze patiënten gevoelig voor hoe iets wordt gezegd. <br/>3. Via het ervaren - Deze patiënten leren door te doen en te ervaren, vaak met vallen <br/>en opstaan. Ze kunnen zeer eigenwijs overkomen. Doorgaans zijn zij het meest <br/>gebaat bij een proef- of weekendverlof om te kijken hoe het thuis gaat, waardoor ze <br/>weten welke vaardigheden ze al dan niet beheersen of tegen welke problemen ze <br/>aanliepen. Wat kan de verpleegkundige hiermee? <br/> Na informatie verstrekken op welke manier dan ook, vragen of de patiënt in zijn eigen <br/>woorden kan vertellen, wat er is gezegd. Zodat de verpleegkundige weet of het <br/>duidelijk is uitgelegd. Of in het geval van een instructie die thuis moet worden <br/>uitgevoerd: Vragen of de patiënt het kan uitvoeren en vragen wat en waarom hij/zij dit <br/>doet. <br/> <br/>9.1.2 - Afstemming voorlichting tussen disciplines <br/> Onduidelijkheden, tegenstrijdigheden en hiaten in de voorlichting aan patiënten <br/>voorkomen en signaleren en indien mogelijk oplossen. <br/> Zorgpaden geven op een structurerende wijze aan welke specialisme op welke <br/>manier in de behandeling welke voorlichting geeft. <br/> <br/>9.1.3 - Aandacht voor het relationele aspect? <br/> Vertrouwensrelatie met de patiënt opbouwen. En niet alleen bezig zijn met het <br/>inhoudsniveau. <br/> <br/>9.2 - Niveaus van voorlichting <br/> Bij voorlichting is een viertal niveaus te onderscheiden. <br/>1. Patiënten informatie <br/>2. Patiënten instructie <br/>3. Patiënten educatie <br/>4. Patiënten begeleiding <br/> Een advies wil zeggen dat de patiënt de keuze wordt geboden om het al dan niet op <br/>te volgen. <br/> <br/>9.2.1 - Patiënten informatie <br/> Het verschaffen van inlichtingen aan een patiënt (en diens naasten), waarbij het doel <br/>is hem te voorzien van relevante informatie, die hij nodig heeft om optimaal te kunnen <br/>functioneren, zowel op een afdeling als na ontslag. <br/> <br/>Onderzoek of ingrepen <br/> Om tegenstrijdige informatie te voorkomen vraag je eerst of en wat de arts met <br/>betrekking tot het onderzoek of de ingreep al verteld heeft. Afhankelijk van wat de <br/>arts al verteld heeft, kun je de informatie verder toelichten. <br/> Het is de taak van de arts om de patiënt te informeren over het doel van het <br/>onderzoek en/of de ingreep. <br/> <br/>Volledige informatie <br/>Volledige informatie omvat drie facetten, namelijk: <br/>1. informatie over de procedures <br/>2. informatie over gewaarwordingen - Deze informatie gaat over datgene wat de patiënt kan <br/>voelen, proeven, ruiken, horen en zien. <br/>3. informatie over wat de patiënt zelf kan doen - deze informatie moet vooral concreet, en <br/>niet te algemeen of vaag zijn. Bijv. Tenen bewegen bij injectie in het been of <br/>ontspanningsoefeningen doen met de patiënt. 9.2.2 - Patiënten instructie <br/> Uitvoeren van concrete handelingen <br/> Systematisch aanleren van bepaalde vaardigheden. <br/> Positief taalgebruik gebruiken <br/> Laat de patiënt de handeling zien, en vraag of hij ook kan toelichten hoe, wat en <br/>waarom hij/zij dit zo doet. <br/>9.2.3 - Patiënten educatie <br/>Het doel van patiënten educatie is: <br/>1. Versterken van het ziekte-inzicht van de patiënt <br/>2. Het bevorderen van zijn eigen mogelijkheden om hiermee om te gaan. Het versterken van het ziekte-inzicht is een voorwaarde voor de patiënt om het <br/>verband te begrijpen tussen bepaald(e) gedrag(ingen) en het (op termijn) ontstaan <br/>van verdere gezondheidsschade. <br/> Met het bevorderen van zijn mogelijkheden om hiermee om te gaan wordt bedoeld <br/>dat de patiënt leert zijn situatie zo veel mogelijk zelf te hanteren. De interventies zijn <br/>gericht op het motiveren van de patiënt om zijn mogelijkheden te onderzoeken en te <br/>mobiliseren. Het is belangrijk dat hij er elf van overtuigd is dat het beoogde en <br/>gewenste gedrag voor hem haalbaar en uitvoerbaar is. <br/> <br/>9.2.4 - Patiënten begeleiding <br/> Aan dit verwerkingsmodel ligt het rouwverwerkingsmodel van Kübler-Ross ten <br/>grondslag. <br/> Het verwerkingsmodel omvat de volgende vier stadia: <br/>1. Wanhoop en ontkenning van de ziekte <br/>2. Loslaten van deze ontkenning <br/>3. verlichting en herstel <br/>4. Aanpassing en/of verergering van de (chronische) ziekte. Fase 1: Wanhoop en ontkenning <br/> Verwerkingsvragen <br/> In dit stadium is belangrijk dat de voorlichting feitenkennis, kort en gedoseerd in <br/>verschillende contactmomenten wordt aangeboden, omdat de emoties nog de <br/>boventoon voeren. <br/> <br/>Fase 2: Loslaten van de ontkenning en beeldvorming: consequenties van de ziekte <br/> Ondanks dat de emoties in deze fase niet langer meer de boventoon voeren, wil dat <br/>nog niet zeggen dat de patiënt de diagnose heeft verwerkt. Dit vraagt meer tijd. <br/> De patiënt is meer op gericht inzicht te krijgen. Dat wil zeggen dat hij de <br/>feitenkennis kan toepassen in zijn situatie. <br/> Behoefte aan voorlichting, dit kan ondersteund worden met brochures. <br/> <br/>Fase 3: Verlichting of herstel; controle over de ziekte <br/> Aangezien de heftige emoties in deze fase getemperd zijn en de patiënt inmiddels <br/>inzicht heeft in zijn gezondheidsproblematiek, is hij emotioneel in staat om, indien <br/>nodig, vaardigheden aan te leren die voor zijn herstel of verlichting belangrijk zijn. <br/> Belangrijk in deze fase is dat de patiënt ervaart dat hij controle krijgt over hoe om te <br/>gaan met de ziekte. <br/> Sommige patiënten blijven echter zich hulpeloos en machteloos voelen. Voor de <br/>verpleegkundige betekent dit dat de beoogde doelen vooral beperkt moten blijven en <br/>met kleine stappen worden gerealiseerd. <br/> <br/>Fase 4: Aanpassing en/of verergering van een (chronische) ziekte. <br/> In de fase is de patiënt doorgaans al met ontslag. <br/> Voor de patiënt is het belangrijk om te weten hoe hij dan moet handelen of waar hij <br/>terecht kan. <br/> In deze fase is het de bedoeling dat nieuw gedrag eigen gemaakt wordt: het wordt <br/>‘gewoner’. In deze fase hebben patiënten veel baat bij patiëntenverenigingen. <br/>Wanneer het niet lukt om alles thuis te realiseren, wordt er gekeken wat de oorzaken hiervan <br/>waren hoe dit in de toekomst veranderd kan wo <br/>